#521: Zonder bijbedoelingen

De bestrijding van ambtelijke omkoping staat bij het Openbaar Ministerie hoog in het vaandel. De afgelopen jaren is dit een belangrijk speerpunt van het OM geworden. Eind 2020 trad de vernieuwde Aanwijzing opsporing en vervolging buitenlandse corruptie in werking, en in juli 2022 volgde de nieuwe Aanwijzing opsporing en vervolging ambtelijke corruptie in Nederland. Corruptie is dus hot, en dat zien wij ook in de praktijk (#456 en #496). Maar wanneer is precies sprake van het omkopen van een ambtenaar? Het antwoord op die vraag hangt af van de intenties van de verdachte.

Kort gezegd komt ambtelijke omkoping (art. 177 en 363 Sr) erop neer dat een persoon iets geeft aan een ambtenaar, met het doel dat die ambtenaar in ruil daarvoor vanuit zijn functie een bepaalde handeling verricht. Een belangrijk onderdeel van de delictsomschrijving is dus het causale verband tussen de gift (of dienst of belofte; geen van alle hoeven in geld te waarderen te zijn) enerzijds en de beoogde wederdienst anderzijds. Het staat iedereen immers vrij om schenkingen te doen, zo lang daarvoor in ruil niets onoorbaars wordt verwacht. Maar hoe stelt een rechter dat causale verband vast? Wat is ‘hard’ bewijs van een subjectieve bedoeling? We kunnen nu eenmaal niet in het hoofd van de verdachte kijken.

In de jurisprudentie over omkoping is daarom bepaald dat de bedoeling van de verdachte moet worden geobjectiveerd. Dat wil zeggen dat het causale verband bewezen wordt als de gedragingen van de verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvormen zo zeer zijn gericht op het bewegen van een ambtenaar tot een bepaalde handeling, dat het niet anders kan dan dat het oogmerk van de verdachte daarop was gericht. De bewijsdrempel ligt daarmee vrij hoog.

Een causaal verband is dan ook niet zomaar bewezen. Onlangs sprak het hof Den Haag vrij van omkoping, omdat dit verband ontbrak. De verdachte was voorzitter van het College van Bestuur van een stichting. Een medeverdachte verrichtte voor die stichting werkzaamheden. Het OM verweet de verdachte onder meer dat hij een geldbedrag van ongeveer 180.000 euro zou hebben aangenomen van de medeverdachte, wetende dat daarvoor in ruil een voorkeursbehandeling werd verwacht. Meer specifiek kwam de verdenking erop neer de verdachte in ruil voor het geldbedrag opdrachten aan de medeverdachte zou hebben verleend.

Uit het dossier volgt volgens het hof niet dat de betalingen zijn gedaan met het oogmerk om bepaalde opdrachten te krijgen. Dat een causaal verband ontbreekt, leidt het hof af uit de volgende omstandigheden: 1) de betalingen werden óók verricht toen de verdachte al niet meer in het College van Bestuur zat en dus geen invloed meer kon uitoefenen, 2) de verdachte ging niet over de opdrachtverlening aan en aanstelling van de medeverdachte, 3) de betalingen werden niet heimelijk verricht en 4) er bestond een adviesrelatie tussen de verdachte en de medeverdachte, waarin de verdachte advieswerkzaamheden verrichtte en daarvoor door de medeverdachte werd betaald. Onder die omstandigheden kan volgens het hof niet worden vastgesteld dat het niet anders kan zijn dan dat de betaling is gedaan met het doel daar een bepaalde voorkeursbehandeling voor terug te krijgen.

De jurisprudentie over omkoping is sterk casuïstisch, omdat de omstandigheden van het concrete geval cruciaal zijn voor de beoordeling. We moeten voorkomen dat achter iedere gift of iedere goede daad een negatieve bijbedoeling wordt gezocht. Bovendien spreekt het delict omkoping sterk tot de verbeelding en kan een verdenking stigmatiserend werken. Met aantijgingen van omkoping moet dus voorzichtig worden omgegaan. Het is wat ons betreft dan ook volkomen terecht dat de bewijsdrempel voor het oogmerk – en dus voor het causale verband – bij corruptieverdenkingen hoog ligt. Nu de focus van het OM steeds meer op omkopingszaken komt te liggen, is het goed te zien dat de rechterlijke macht het bewijs in dit soort dossiers kritisch blijft toetsen.

Heb je vragen over het voorgaande of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.

No Comments

Post a Comment