#492: klein verschil, grote gevolgen

Vorige week was er opnieuw een FIOD-inval die direct grote aandacht van de media had. Eerder schreven wij al over de bijkomende (emotionele) gevolgen van zo’n inval en het gebrek aan aandacht daarvoor bij de strafeis (zie Vaklunch #449). Maar een FIOD-inval kan ook gevolgen hebben buiten het strafrecht; met name wanneer contante geldbedragen worden aangetroffen en na uitspraak van de strafrechter moeten worden afgestaan. Dat de inspecteur de gevolgen daarvan niet altijd scherp heeft, blijkt uit een recente uitspraak van rechtbank Zeeland-West-Brabant. LEES VERDER

#471: Verbeurd en ontnomen

Misdaad mag niet lonen. Daarom wordt voordeel dat is behaald door het plegen van misdrijven van veroordeelden ‘afgepakt’. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door een ontnemingsmaatregel op te leggen of (een deel van) het voordeel verbeurd te verklaren. Maar hoe om te gaan met de situatie dat zowel een verbeurdverklaring als een ontneming aan de orde is? Die vraag kwam onlangs aan bod in een conclusie van advocaat-generaal Aben.LEES VERDER

#451: “Weg met onzinbeslag”

Dat het Openbaar Ministerie vrij ijverig is met het leggen van beslag zullen veel advocaten wel herkennen. Als het gaat om het opheffen van die beslagen is die ijver echter nergens meer te bekennen. Het lijkt soms alsof officieren van justitie het moeilijk vinden een beslissing te nemen op een verzoek van de verdediging om het beslag (gedeeltelijk) vrij te geven. Hoewel we met z’n allen bijna gewend zijn geraakt aan deze vreemde situatie, blijken er toch ook officieren van justitie te zijn die aanleiding zien om deze praktijk te veranderen. “Weg met onzinbeslag”, zo luidt het veelbelovende artikel in het tijdschrift Opportuun. LEES VERDER

#415: Paal en perk aan witwasvervolgingen

In Vaklunch #161 schreven wij al over de inkeerbepaling van artikel 69, lid 3 AWR. Deze staat in de weg aan strafvervolging op grond van artikel 69, lid 1 en lid 2 AWR indien de belastingplichtige alsnog de juiste en volledige aangifte doet vóórdat hij redelijkerwijs moet vermoeden dat men hem op het spoor is. Toch komt het in de praktijk voor dat het Openbaar Ministerie na een succesvolle inkeermelding kiest voor strafrechtelijke vervolging voor witwassen. Bijvoorbeeld door een onderzoek te starten naar witwassen met een zogenaamd ongeïdentificeerd gronddelict. Daarmee wordt de blokkade van een onderzoek naar belastingfraude als gronddelict omzeild. Gerechtshof Den Bosch maakt daar in een interessant arrest korte metten mee.LEES VERDER

#222: What’s done is done?

De Hoge Raad is er maar druk mee: de verbeurdverklaring. In golven komen de speerpunten voorbij in de jurisprudentie van de Hoge Raad. Daar waar bijvoorbeeld het medeplegen (voor nu) in een wat rustiger vaarwater is gekomen, blijkt de verbeurdverklaring nog altijd een hot issue. In onze Vaklunches hebben wij hier ook regelmatig aandacht aan besteed, bijvoorbeeld in Vaklunch #167, #194 en #210. De procespartijen blijken de door de Hoge Raad uitgezette kaders nog niet altijd in de vingers te hebben, maar ook in de recente arresten houdt de Hoge Raad voet bij stuk. Verbeurd is dus niet altijd verbeurd.LEES VERDER

#210: Rupsje Nooitgenoeg

Als je Rupsje Nooitgenoeg al niet kent uit het prentenboek, dan is het misschien wel uit de rechtszaal waar het Openbaar Ministerie menig verdachte vaak mee vergelijkt. En niet alleen in de rechtszaal: ook in het tijdschrift Opportuun wordt deze vergelijking gemaakt met een verdachte. In dat kader heeft de verdachte in de ontnemingsprocedure een verzoek om vermindering gedaan omdat immateriële schade zou zijn geleden door de uitlatingen in Opportuun. Dit verzoek om vermindering mocht de verdachte niet baten, maar de uitlating van het Openbaar Ministerie is door Hof Arnhem-Leeuwaarden wel als ‘voorbarig’ gekwalificeerd. Wij schreven al eerder over het afpakklimaat bij het Openbaar Ministerie dat steeds verder lijkt te gaan. Is het Openbaar Ministerie vandaag de dag zelf Rupsje Nooitgenoeg?LEES VERDER

#167: Maatregel minus straf?

In de praktijk zien wij een trend waarin het Openbaar Ministerie steeds meer gebruik maakt van de mogelijkheid om in de strafeis ook om verbeurdverklaring van gelden te verzoeken. Ook in de vakliteratuur is dat al gesignaleerd. Zo merkt Barensen bijvoorbeeld in zijn artikel op dat “verbeurdverklaring een effectief instrument [is] als het gaat om vermogensbestanddelen die de verdachte (dan wel degene bij wie de verdachte die bestanddelen heeft ondergebracht) nog bezit”.[1] Verbeurdverklaring is echter een straf en heeft dus een ander karakter dan de maatregel van ontneming. Ondanks deze verschillende karakters gaat het de Hoge Raad te ver om gelden te ontnemen die in wezen via de verbeurdverklaring al zijn ‘ontnomen’.LEES VERDER

Loading new posts...
No more posts