#562: Met privilege komt verantwoordelijkheid

 

Rechtbank Rotterdam deed net voor kerst 2022 uitspraak in de beroepsprocedure die een betaaldienstverlener voerde tegen twee boetes die zijn opgelegd door DNB. Hoewel de uitspraak over het evenredigheidsbeginsel in relatie tot de opgelegde boete(s) zeer geschikt was voor onder de kerstboom, heeft publicatie ervan nog even op zich laten wachten. Op 15 januari jl. is het alsnog gepubliceerd. Wellicht ter inspiratie voor de goede voornemens van 2024?LEES VERDER

#555: Als je doet wat je altijd deed…

De contouren van een Openbaar Ministerie die de handhaving van het strafrecht op een andere manier aanpakt begint zich af te tekenen. Het college PG maakte eerder dit jaar al bekend dat het Openbaar Ministerie met een nieuw college ook kan rekenen op “nieuwe accenten”. Daarbij wordt onderkend dat er grote problemen zijn met het tijdig afdoen van zaken. Dit blijft een belangrijk thema om capaciteit te behouden: “We zullen het gesprek intern en extern (blijven) voeren over onder andere hoe we vroegtijdig in het onderzoek de haalbaarheid van de afdoeningsmogelijkheden en de capaciteit van de keten kunnen betrekken, en hoe we betere selectiviteitscriteria kunnen hanteren.” In de slipstream is de inzet van het “snellere” civiele recht zichtbaar en worden weinig of ongebruikte bepalingen uit het wetboek van strafrecht ingezet.LEES VERDER

#552: De rechter is geen fietsenmaker!

Een officier van justitie blijkt op de zitting met een lekke band aan te komen. Mag de strafrechter dan optreden als fietsenmaker? Deze vraag kwam bij ons op naar aanleiding van een recent arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU).

LEES VERDER

#545: Beloofd is beloofd

Beterschap beloven is één ding, de daad bij het woord voegen is iets anders. Het is een misvatting dat de belofte van beterschap voldoende is om als “compliant” door te gaan. Sterker nog, de loze belofte van beterschap kan de betrokkene in het strafrecht duur komen te staan. Geen woorden, maar daden dus. En als de belofte van beterschap dan daadwerkelijk wordt nagekomen kan dat ook de sleutel zijn naar een “zachte landing”.

Wie denkt dat alleen beterschap beloven voldoende is, komt in het strafrecht bedrogen uit. In de praktijk zijn rechters kritisch op een “mea culpa”-verweer en tonen zich allergisch voor “krokodillentranen”. De tijd dat de beloofde beterschap niet werd gecontroleerd is voorbij. Dat geldt ook voor de tijd dat betrokkenen “op hun blauwe ogen” werden geloofd – als die er al is geweest. Het bewerkstelligen van daadwerkelijk compliant gedrag speelt niet alleen een rol in de “schikkingspraktijk”, maar zeker ook in zaken die voor de strafrechter worden gebracht.
Het komt in de praktijk regelmatig voor dat een verdachte een verwijt wordt gemaakt van strafbaar handelen, terwijl er niet meer aan de hand is dan een onopzettelijke fout. Zeker in fiscale fraude zaken is deze situatie herkenbaar. Terugkijkend kan een verdachte dan erkennen een fout te hebben gemaakt en voor de toekomst beterschap beloven. Dat houdt niet zonder meer in dat sprake is van een “bekennende verdachte” en evenmin dat sprake is van bewijs van opzet. In zo’n geval kan de zaak goed in een vrijspraak eindigen. Niettemin kan het behulpzaam zijn dat zowel het Openbaar Ministerie als de rechter het comfort heeft dat deze fout niet nogmaals wordt gemaakt. Ook voor andere stakeholders – banken of andere zakelijke dienstverleners – zal de beloofde beterschap een rol kunnen spelen in de vraag of zij hun diensten kunnen voortzetten.

Maar er zijn ook gevallen waarin wel sprake is van opzettelijk handelen en waarin de discussie zich vooral concentreert op de strafmaat. Gerechtshof Amsterdam oordeelde in een recent arrest in zo’n zaak, waarin de verdachte vennootschap werd beschuldigd van het niet tijdig deponeren van de jaarrekening. In eerste aanleg werd de verdachte veroordeeld en werd een geldboete opgelegd van € 600. De veroordeelde ging daarop in hoger beroep en heeft werk gemaakt van de verwijten die hem werden gemaakt.

Uit de uitspraak blijkt dat de jaarstukken niet gereed konden worden gemaakt in verband met een procedure in de Verenigde Staten. Pas nadat die procedure was geëindigd – in dit geval in een schikking – konden de jaarstukken worden opgemaakt en gedeponeerd. Dat is niet alleen gebeurd voor het jaar dat ter discussie staat, de verdachte vennootschap heeft ook laten zien dat in de navolgende jaren de jaarstukken steeds zijn opgemaakt en tijdig zijn gedeponeerd. Dat leidt er uiteindelijk toe dat het Hof de straf voor de helft voorwaardelijk maakt met een proeftijd van twee jaar. In deze zaak gaat het om relatief lage straffen, maar het toont wel dat reflectie op de eigen gedraging en aantoonbare gedragsverandering loont.

Hoewel bijvoorbeeld in fiscale fraude zaken waar sprake is van een onopzettelijke fout een vrijspraak moet volgen, kan een reflecterende houding van de betrokkene wel tot een betere en snellere afdoening leiden. Het kan in onze ervaring ook de sleutel zijn om tot een geschikte oplossing te komen buiten de muren van de (openbare) rechtszaal.

Heb je hier vragen over of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met ons op via vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.

#533: Mijn naam is… geheim

Tijdens doorzoekingen nemen opsporingsinstanties vaak veel (te veel) digitale informatie in beslag. Tussen deze data zit bijna altijd ook verschoningsgerechtigd materiaal. Over hoe hier precies mee moet worden omgegaan wordt veel geprocedeerd. In de praktijk zien wij (inmiddels) vaak dat de in beslag genomen datasets worden overgedragen aan de rechter-commissaris (RC). Vervolgens wordt met behulp van een opsporingsambtenaaar die onder gezag van de RC staat het verschoningsgerechtigd materiaal eruit gefilterd. Dit gebeurt veelal aan de hand van een lijst met namen van geheimhouders die wordt aangeleverd. Maar valt de naam van de geheimhouder ook onder het verschoningsrecht?LEES VERDER

#532: Concreet, verifieerbaar, maar te laat?

Het ‘witwasstappenplan’, dat de strafrechter hanteert wanneer geen gronddelict bekend is bij een witwasverdenking, is tegenwoordig niet meer weg te denken. Hierover schreven wij al in o.a. Vaklunch #479, #460 en #443. Sinds het arrest van Hof Amsterdam van 11 januari 2013 wordt het daarin als zodanig genoemde stappenplan veelvuldig gebruikt in witwaszaken. Zo ook in een recent gepubliceerd vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat een aangetroffen geldbedrag van € 381.690,- uit enig misdrijf afkomstig is. Is die conclusie terecht?

LEES VERDER

#525: Motiveren met de Franse slag

Een goede motivering is de basis van elke rechterlijke beslissing. De motivering zorgt voor inzicht in de overwegingen van de rechter, zodat partijen de beslissing begrijpen en misschien beter kunnen accepteren. Een goede uitleg voorkomt bovendien willekeur in de jurisprudentie en stelt hogere rechters in staat om de juistheid van de beslissingen te controleren. Voor strafrechters is in artikel 539 Sv dan ook een motiveringsplicht neergelegd. Van alle bestanddelen van de delictsomschrijving moet de bewezenverklaring worden toegelicht. Toch laat de motivering nog wel eens te wensen over. Dat blijkt uit een recent vonnis van de rechtbank Overijssel.

LEES VERDER

#520: Een veroordeling; toch een VOG?

Een strafrechtelijk (fraude) onderzoek heeft vaak grote impact op de betrokkenen. Dat geldt in het geval van een veroordeling, maar ook als de zaak eindigt in een sepot of een vrijspraak. Een strafrechtelijk onderzoek brengt vanaf de start tot de ontknoping veel onzekerheid en zorgen met zich mee. Het meest acute probleem van een strafrechtelijk onderzoek is veelal de relatie met de bank die onder druk kan komen te staan, maar een onderzoek kan ook impact hebben op de relatie met de verzekeraar van een ondernemer of onderneming. Ook problemen met vergunningen (Wet BIBOB) of met de toezichthouder van een specifieke beroepsgroep, zoals accountants, komen voor. Het meest bekende probleem is wellicht toch wel de beperktere mogelijkheid om een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te verkrijgen. Staat een veroordeling garant voor de onmogelijkheid om een VOG te verkrijgen? Of is daar toch nog iets tussen te krijgen?LEES VERDER

#514: Gebod openbaring bestuursverbod

Fraudezaken kunnen op vele verschillende manieren eindigen. Soms via de rechter en soms met een buitengerechtelijke afdoening. In het geval van een veroordelend vonnis volgt vaak nog de executiefase van straffen en maatregelen. Daarmee is de kous dan ook af. Althans, dat zou je denken. Als het aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) ligt, geldt voor veroordeelden die een bestuursverbod opgelegd krijgen dat er nóg een staartje aan die maatregel komt. De Minister wil namelijk dat de persoonsgegevens van de veroordeelde in een dergelijk geval openbaar worden gemaakt. Dit gaat overigens tegen het dringende advies van de Autoriteit Persoonsgegevens in. Is een openbaring van persoonsgegevens in zo’n geval wel proportioneel?

LEES VERDER

#512: Vaklunch.nl bestaat 10 jaar!

Een prachtige mijlpaal, die we graag met jullie vieren. Juridische blogs zijn inmiddels niet meer weg te denken in ons vakgebied, maar tien jaar geleden was dit anders. Ideeën over de kansen en mogelijkheden van nieuwe jurisprudentie en ontwikkelingen werden vooral binnen de muren van een kantoor of beroepsvereniging besproken. Maar het uitwisselen van visies vanuit verschillende procesdeelnemers leidt tot nieuwe inzichten waar alle partijen belang bij hebben.LEES VERDER

Loading new posts...
No more posts