#563: Times are changing

Zo’n 5 jaar geleden was opsporing en vervolging van financiële fraude door financiële instellingen te onderzoeken nog een speerpunt van het Openbaar Ministerie en de FIOD. In Vaklunch #302 stond het jaarbericht van de FIOD voor 2019 centraal. Daarin werd de volgende expliciete oproep gedaan aan financiële dienstverleners: “Naast het voldoen aan hun wettelijke verplichtingen doen we als FIOD een beroep op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van poortwachters zoals banken, financieel dienstverleners en accountants bij het voorkomen en bestrijden van witwassen, corruptie en terrorismefinanciering.” Daar is – met wetgeving en risico’s voor de eigen reputatie als stok achter de deur – massaal gehoor aan gegeven. De naleving van de Wwft-verplichtingen is niet meer weg te denken uit het financiële domein. Kan het Openbaar Ministerie de eigen focus verschuiven naar andere domeinen?

LEES VERDER

#534: Strafrechtauto vliegt uit de fiscale bocht

Het strafrecht kent veel bijzondere uithoeken, waarbij vaak speciale (niet-strafrechtelijke) kennis komt kijken. Zo zal de strafrechter zich bij een oordeel over belastingfraude ook moeten uitlaten over fiscale leerstukken en begrippen. Dat was ook het geval in een recent arrest van de Hoge Raad over belastingfraude inzake de motorrijtuigbelasting (BPM). In deze zaak speelde (onder andere) een interessante juridische discussie over het begrip “bij de belastingwet voorziene aangifte” uit art. 69, lid 2, AWR.

LEES VERDER

#501: Wat niet weet, deert wél

Het voorkomen van witwassen en financiering van terrorisme is één van de speerpunten van het Openbaar Ministerie. De miljoenentransactie met ING in 2018 bleek het startschot voor een reeks strafrechtelijke onderzoeken, waarvan het einde nog niet in zicht lijkt. Naast de usual suspects, zoals banken, accountants en notarissen, zijn steeds vaker ook (rechts)personen met een minder duidelijke poortwachtersfunctie onderwerp van onderzoek. De vraag is echter of van hen kan worden verwacht dat zij de financiële regelgeving even goed in de vingers hebben als de klassieke poortwachters.

De Wwft is in het leven geroepen om de kans op vermenging van geld tussen onder- en bovenwereld te verkleinen. Van beroepsgroepen die te maken krijgen met grote geldstromen, wordt verwacht dat zij waarborgen inbouwen om risico’s op misbruik zo veel mogelijk in te perken. Onder de Wwft vallen financiële instellingen zoals banken en beleggingsinstellingen, maar ook makelaars, belastingadviseurs en personen die handelen in (luxe)goederen. Uit de Wwft vloeien verschillende verplichtingen voort, waaronder een verplichting om cliëntenonderzoek te doen en een meldplicht bij ongebruikelijke transacties. Het niet voldoen aan deze verplichtingen is via de Wet op de Economische Delicten (WED) strafbaar gesteld. Er bestaat steeds een opzettelijke variant (misdrijf) en een schuldvariant (overtreding).

Voor invulling van opzet bij WED-feiten wordt op basis van vaste rechtspraak de kleurloze variant gehanteerd. Dat betekent dat de verdachte zich niet bewust hoeft te zijn van de wederrechtelijkheid van zijn of haar handelen of nalaten om tot een bewezenverklaring van opzet te komen. Voor bewezenverklaring is vereist dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de strafbaar gestelde gedraging zich zou voordoen (voorwaardelijk opzet).

Daar komt bij dat kennis van de wet- en regelgeving bij economische delicten in beginsel wordt verondersteld. Wie de geldende regels niet kent, wordt in feite verweten dat hij of zij zich onvoldoende heeft laten voorlichten en daardoor bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard op overtreding van de regels. Dat betekent dat het niet kennen van de wet in beginsel leidt tot een bewezenverklaring van opzet. Alleen wie de regels wél kent, maar deze niet naleeft omdat hij of zij bijvoorbeeld gerechtvaardigd kan vertrouwen op advies van een derde, kan in plaats van opzet schuld worden verweten. Advocaat-Generaal Wattel schreef hierover in 2019:

De contra-intuïtieve conclusie is dat (slechts) culpoze schending van – bijvoorbeeld – een meldplicht alleen denkbaar is als de verdachte die meldplicht kende (hij dacht ten onrechte dat hij er aan voldaan had, dus hij kende haar), terwijl doleuze overtreding steeds gegeven is als hij die meldplicht niet kende. Ik weet niet of ik dit overtuigend aan ondernemers zou kunnen uitleggen.

Dat laatste zijn wij roerend met Wattel eens. Het is goed te volgen dat kennis van de regelgeving wordt verondersteld bij bijvoorbeeld banken en verzekeraars. Financiële instellingen hebben immers een belangrijke maatschappelijke functie en van hen mag worden verwacht dat zij zich inspannen om de integriteit van het financiële stelsel te waarborgen. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld notarissen en accountants. Van dit soort beroepsgroepen wordt verwacht dat de beoefenaren hun kennis van de regelgeving up to date houden. Wie de Wwft niet naleeft, kan onder meer via het tuchtrecht worden gesanctioneerd.

Bij handelaren (ondernemers) ligt het een stuk genuanceerder. Wie dure goederen in- of verkoopt, zoals juweliers of autohandelaren, kan redelijkerwijs begrijpen dat vanwege de grote (contante) geldstromen een risico op witwassen bestaat en dat dus extra waarborgen moeten worden ingebouwd. Bovendien zullen deze ondernemers doorgaans een accountant hebben die hen op de regels wijst. Maar de Wwft geldt ook voor handelaren in “gewone” goederen, zoals bloemisten, boekhandels of doe-het-zelf vogelhuisjesbouwers. De Wwft-verplichtingen treden voor hen weliswaar pas in als zij grote betalingen contant ontvangen, maar er zijn absoluut situaties denkbaar waarin dat voorkomt zonder dat sprake hoeft te zijn van (een vermoeden van) witwassen. Is het dan redelijk om te veronderstellen dat die bloemist, boekverkoper of vogelhuisjesbouwer op de hoogte is van alle Wwft-verplichtingen? Kunnen deze handelaren langs dezelfde meetlat worden gelegd als poortwachters, die uit hoofde van hun functie van alle regelgeving op de hoogte zijn?

De tendens die het OM heeft ingezet, om harder op te treden tegen schendingen van de Wwft, leidt ertoe dat naast klassieke poortwachters tegen steeds meer reguliere ondernemers een onderzoek wordt gestart. Volgens ons is het huidige toetsingskader voor die gevallen ongeschikt, en levert dit onrechtvaardige jurisprudentie op. Opzet zou wat ons betreft – in elk geval in dit soort gevallen – kleurrijk moeten zijn in plaats van kleurloos.

Heb je hier vragen over of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met ons op via vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.

#492: klein verschil, grote gevolgen

Vorige week was er opnieuw een FIOD-inval die direct grote aandacht van de media had. Eerder schreven wij al over de bijkomende (emotionele) gevolgen van zo’n inval en het gebrek aan aandacht daarvoor bij de strafeis (zie Vaklunch #449). Maar een FIOD-inval kan ook gevolgen hebben buiten het strafrecht; met name wanneer contante geldbedragen worden aangetroffen en na uitspraak van de strafrechter moeten worden afgestaan. Dat de inspecteur de gevolgen daarvan niet altijd scherp heeft, blijkt uit een recente uitspraak van rechtbank Zeeland-West-Brabant. LEES VERDER

#487: Schot op eigen (goede) doel

Wie goede doelen steunt, wordt beloond. De Algemene Wet inzake Rijksbelastingen bevat namelijk de mogelijkheid om giften aan algemeen nut beogende instellingen (zogenaamde ANBI’s) af te trekken van de aangifte inkomstenbelasting. Deze week was hier in het nieuws aandacht voor in het kader van een “opmerkelijke belastingconstructie”: aftrekbare donaties aan een door de donateur zelf opgerichte ANBI. In een onderzoeksrapport dat afgelopen mei werd gepubliceerd, werd geconstateerd dat de kans op fraude met dit soort constructies aanzienlijk is. Is die zorg terecht?LEES VERDER

#457 Too little, too late

Op de valreep van 2021 nam een langslepende fraudezaak een opmerkelijke wending. De verdachte, die onder andere belastingfraude werd verweten, werd integraal vrijgesproken (en ontslagen van alle rechtsvervolging). Wat dit vonnis zo opvallend maakt, is de rol die het Openbaar Ministerie daarbij heeft gespeeld. De officier van justitie heeft de rechter tijdens de zitting namelijk gevraagd de verdachte vrij te spreken wegens een gebrek aan bewijs. Na een vervolging van achtenhalf jaar kwam dit standpunt van het Openbaar Ministerie als een verrassing.LEES VERDER

#451: “Weg met onzinbeslag”

Dat het Openbaar Ministerie vrij ijverig is met het leggen van beslag zullen veel advocaten wel herkennen. Als het gaat om het opheffen van die beslagen is die ijver echter nergens meer te bekennen. Het lijkt soms alsof officieren van justitie het moeilijk vinden een beslissing te nemen op een verzoek van de verdediging om het beslag (gedeeltelijk) vrij te geven. Hoewel we met z’n allen bijna gewend zijn geraakt aan deze vreemde situatie, blijken er toch ook officieren van justitie te zijn die aanleiding zien om deze praktijk te veranderen. “Weg met onzinbeslag”, zo luidt het veelbelovende artikel in het tijdschrift Opportuun. LEES VERDER

#449: Daar wordt aan de deur geklopt

Dieuwertje Blok hield het land vorige week zoals elk jaar weer flink in spanning of er dit jaar wel op de deur geklopt zal gaan worden. Heel Nederland kent de uitdrukking en de gedachte hieraan stemt de meesten ongetwijfeld vrolijk; het is de opmars naar de feestdagen. Maar dat geldt niet voor degenen die ooit te maken hebben gehad met aankloppende opsporingsautoriteiten zoals de FIOD. De gevolgen van zo’n inval zijn in de praktijk – ook als er niets aan de hand bleek te zijn – niet te onderschatten. LEES VERDER

#302: De blinde vlek van opsporingsinstanties

Het nieuwe jaar is nog maar 9 dagen oud en staat nu alweer garant voor vele ontwikkelingen. De Brexit-krachten zijn volop in beweging, Nederlands bekendste megaproces staat deze week in de schijnwerpers door een door Peter R. de Vries ingebrachte tape. Maar ook op fiscaal gebied staan de nodige ontwikkelingen dit jaar voor de deur. Zo doet ook de FIOD een duit in het zakje met het jaarbericht van 4 januari getiteld: ‘de stille revolutie in de financiële opsporing’. Is alles voor de FIOD goud dat er blinkt?

LEES VERDER

#150: Over doorgewinterde criminelen en misdaadavonturen

‘143,5 miljoen euro afgepakt in strafrechtketen.’ Zo kopte het bericht van het Openbaar Ministerie waarin het resultaat van het programma Afpakken over het afgelopen jaar werd geëtaleerd. Het betreft het gezamenlijk resultaat van de samenwerking tussen een groot aantal overheidsdiensten zoals de politie, FIOD, Douane, de dienst Domeinen en het Centraal Justitieel Incasso Bureau. Het Openbaar Ministerie schrijft dat een groot deel van alle criminaliteit wordt gepleegd met het oog op snel financieel gewin. In nagenoeg alle gevallen is geld de drijfveer van ‘criminelen’. Om die reden wil het Openbaar Ministerie hen raken waar het meest pijn doet: in hun portemonnee. Klare taal van het Openbaar Ministerie. Maar hoe zit het met de rechtsbescherming van verdachten?LEES VERDER

Loading new posts...
No more posts