#519: De pv-paradox

Één ei is geen ei, ook in het strafrecht: op basis van één bewijsmiddel kan niet worden veroordeeld. Artikel 344 lid 2 Sv bevat echter een belangrijke uitzondering op deze regel: één proces-verbaal van een opsporingsambtenaar is wél voldoende voor een bewezenverklaring. De wetgever kent aan pv’s dus een hoge bewijswaarde toe. Daarbij wordt er natuurlijk op vertrouwd dat de pv’s juist zijn. Maar op dat uitgangspunt valt nogal wat aan te merken (zie bijvoorbeeld #148, #304 en #416).

LEES VERDER

#472: De civiele rechter over een behoorlijke strafrechtspleging

In het civiele recht komen geregeld strafrechtelijke vraagstukken aan de orde. Zo zal niemand zijn ontgaan dat recent een civiele kort geding rechter een beslissing heeft genomen over de interpretatie van het Wetboek van Strafvordering aangaande het verschoningsrecht. Of hoe rechtbank Amsterdam Sywert van Lienden schorste uit het stichtingsbestuur op verzoek van het Openbaar Ministerie. Op 20 april 2022 kwam een andere interessante rechtsvraag aan de orde bij de civiele rechter, namelijk of een strafrechtelijke transactie zoals bedoeld in artikel 74 Sr kan worden vernietigd op basis van bedrog of dwaling. Dit op grond van de artikelen 3:44, tweede lid, en 6:222 van het Burgerlijk Wetboek (BW).LEES VERDER

#459 In het verleden behaalde resultaten…

…bieden geen garantie voor de toekomst. Dit ondervonden de betrokkenen uit de zaken waarover hof Den Haag op 27 januari 2022 besliste aan den lijve (zie ECLI:NL:GHDHA:2022:57 en ECLI:NL:GHDHA:2022:58). Het Openbaar Ministerie werd in eerste aanleg nog door rechtbank Rotterdam niet-ontvankelijk verklaard omdat het onderzoek waarop het was gebaseerd niet voldoende onafhankelijk was. Het hof draaide dat (deels) terug. Wat maakte dan dat het onderzoek nu toch deugde en wat betekent dit voor de fraudepraktijk?LEES VERDER

#416: Een herstelbaar verzuim?

Veelvuldig hebben wij geschreven over het feit dat de juistheid van een proces-verbaal niet zonder meer kan worden aangenomen, en niet zonder reden. Hierover schreven we onder meer al in Vaklunches #12#43#99,  #132, #148 en #320. Het ligt in de lijn der verwachting dat (opzettelijke) onjuistheden in processen-verbaal vaker voorkomen dan ze aangetoond kunnen worden in de praktijk. De besproken jurisprudentie in die Vaklunches zal dus slechts het topje van de ijsberg zijn. Wat wij moeilijk kunnen verkroppen is dat hier zo lichtzinnig mee wordt omgegaan. Immers, als er bewijs is dat er fouten door de opsporingsambtenaren zijn gemaakt in de processen-verbaal dan kan dit bewijs veelal ook meteen dienen om de geconstateerde fouten met de mantel der liefde te bedekken. Het probleem is daarmee dan toch opgelost?LEES VERDER

#168: Verblind door het maatschappelijk belang?

Wij schreven al eerder over het ambtsedig opgemaakt proces-verbaal dat in het huidige wetboek van strafvordering (Sv) een bijzondere bewijswaarde heeft. Artikel 344 (2) Sv bepaalt dat een strafbaar feit bewezen kan worden verklaard op grond van een door een opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal. In #148 stelden wij aan de orde welke consequentie zou moeten worden verbonden aan een vormverzuim in het voorbereidend onderzoek indien dat vormverzuim bestaat uit een onjuist en/of misleidend ambtsedig proces-verbaal. In geval van een doelbewuste schendig levert de sanctie van niet-ontvankelijkheid ons inziens het gewenste signaal op om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen. De trend in de jurisprudentie is echter dat een fout in een ambtsedig proces-verbaal – na ontdekking – wordt hersteld en om die reden niet als onherstelbaar vormverzuim wordt gekwalificeerd. Een aantal recente uitspraken tonen echter dat dit vormverzuim een meer structureel dan incidenteel karakter lijkt te krijgen waardoor het vertrouwen in het ambtsedig proces-verbaal onherstelbaar wordt aangetast. Is het structurele karakter dan niet voldoende reden om dit probleem serieus aan te pakken?LEES VERDER

#148: Het ambtsedig proces-verbaal is (mis)leidend

Het Wetboek van Strafvordering kent een hoge bewijswaarde toe aan ambtsedige processen-verbaal. Recente jurisprudentie roept de vraag op of deze hogere bewijswaarde wel gerechtvaardigd is. Uit de jurisprudentie volgt dat de processen-verbaal nogal eens als misleidend worden gekwalificeerd. Althans, dat niet zonder meer de juistheid van die processen-verbaal kan worden aangenomen. En daar zijn in die gevallen veelal ook goede redenen voor. Hierover schreven we onder meer al in de artikelen #12, #43, #99 en #132. Indien in het strafrechtelijk vooronderzoek regels niet zijn nageleefd kan dit op basis van artikel 359a Sv tot de volgende consequenties leiden: de enkele constatering van het vormverzuim, strafvermindering of uitsluiting van het bewijs. In uitzonderlijke gevallen is er ruimte voor niet-ontvankelijk verklaring van het Openbaar Ministerie. Maar welke consequentie is nu passend indien blijkt dat sprake is van een misleidend proces-verbaal van een opsporingsambtenaar? Is de enkele constatering dat iets niet goed is gegaan voldoende? Of is niet-ontvankelijkheid het gewenste signaal om ervoor te zorgen dat dergelijke fouten niet meer zullen worden gemaakt?LEES VERDER

#125: De bal ligt opnieuw bij de verdediging

Ingevolge het tweede lid van art. 344 Sv kan het bewijs, dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft gepleegd, door de rechter worden aangenomen op enkel een door een bevoegd opsporingsambtenaar op ambtseed opgemaakt proces-verbaal. In de afgelopen periode is veel kritiek geweest op ambtsedige processen-verbaal. Wij besteedden hier al meerdere keren aandacht aan op vaklunch.nl. Niet zelden blijken er cruciale fouten in processen-verbaal te zitten en is het moeilijk voor de verdediging om hier achter te komen. De verdediging staat dus met twee nul achter indien een belastend proces-verbaal is opgemaakt; juist of onjuist. De belangrijke bewijswaarde van een ambtsedig proces-verbaal blijft echter een gegeven. Opmerkelijk is wel dat ook dezelfde bewijswaarde aan een ambtsedig proces-verbaal wordt gegeven op het moment dat de ambtenaar eveneens slachtoffer is. Hierover is geklaagd bij de Hoge Raad met een arrest van 7 juli 2015 als resultaat.LEES VERDER

Loading new posts...
No more posts