#552: De rechter is geen fietsenmaker!

Een officier van justitie blijkt op de zitting met een lekke band aan te komen. Mag de strafrechter dan optreden als fietsenmaker? Deze vraag kwam bij ons op naar aanleiding van een recent arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU).

LEES VERDER

#547: Vertrouwen moet je verdienen

In juni van dit jaar gaf de Hoge Raad antwoord op de préjudiciële vragen die zijn gesteld naar aanleiding van een tweetal zaken waarin gebruik wordt gemaakt van bewijs dat in beslag is genomen bij EncroChat en SkyECC. In die zaken is door de Franse autoriteiten, met behulp van de Nederlandse autoriteiten, (crypto)communicatie ontsleuteld en realtime met Nederland gedeeld. Over de samenwerking en de wijze waarop de interceptie heeft plaatsgevonden bestaan diverse vragen. Bijvoorbeeld over de rechtmatigheid van de interceptie, mede gelet op de massale inbreuk op het recht op privacy. De Hoge Raad oordeelde (onder andere) dat het interstatelijke vertrouwensbeginsel met zich brengt dat in beginsel op de rechtmatigheid van het Franse onderzoek dient te worden vertrouwd (zie ook Vaklunch #530). In de eerste ‘EncroChat-zaak’ die aan de Hoge Raad wordt voorgelegd ná deze beantwoording van préjudiciële vragen, is recent door A-G Hofstee conclusie genomen. Deze conclusie bevat diverse interessante aspecten die een veel breder bereik hebben dan alleen voor de zaken die voortkomen uit de EncroChat zaken, waaronder het beginsel van equality of arms.

LEES VERDER

#546: FESTINA LENTE

Je bent verdachte in een strafzaak. De zittingsdag is aangebroken – voor jou een ontzettend spannende en belangrijke dag. Het is de eerste keer dat een onafhankelijke rechter naar jouw verhaal gaat luisteren na jaren van onderzoek en verwijten aan jouw adres. Na de feitenbehandeling krijgt de officier van justitie het woord. Zij eist een gevangenisstraf. Dat maakt veel indruk. Je bent blij dat jouw advocaat na het requisitoir het woord krijgt om het beeld dat de officier heeft neergezet iets te nuanceren. Maar dan…

LEES VERDER

#544: Ain’t nobody got time for that!

In onze praktijk komen wij vaak tegen dat strafrechtelijke onderzoeken veel tijd in beslag nemen. Het gaat veelal niet om maanden, maar jaren. Dat kan verschillende redenen hebben. Zo kan het onderzoek zich over de landsgrenzen heen bewegen, wordt er druk onderhandeld tussen de verdediging en het OM of zorgen de vele schakels in de keten voor vertraging. In elk geval schrijft artikel 6 EVRM voor dat een strafzaak binnen een redelijke termijn moet zijn afgedaan. Dat is echter niet altijd het geval, zo was ook de situatie in een recent gepubliceerd vonnis van de rechtbank Oost-Brabant waarin stevige consequenties aan die overschrijding zijn verbonden.

LEES VERDER

#543: Stap voor stap

Buiten onze landsgrenzen wordt er vaak verbaasd gereageerd wanneer wij uitleggen dat in Nederland het Openbaar Ministerie niet per se een specifiek gronddelict hoeft te hebben om witwassen te bewijzen. Die verbazing neemt alleen maar toe als wij toevoegen dat er van de verdachte een verklaring verwacht kan worden als het OM feiten en omstandigheden presenteert die zonder meer een vermoeden van witwassen rechtvaardigen. Dit gaat erg ver. En daarom verwachten wij dat het OM het vermoeden van witwassen baseert op zeer stevige feiten en omstandigheden. Dat is in de praktijk niet altijd het geval, zo blijkt ook uit een recent vonnis van rechtbank Overijssel.LEES VERDER

#541: De anticlimax die Prokuratuur heet

Vormverzuimen zijn er in alle soorten en maten. Hoewel ze met regelmaat voorkomen, is de teneur de afgelopen jaren dat het weinig zin heeft om er verweer op te voeren, omdat de kans op een bevredigende uitkomst klein is. Een recent vonnis van rechtbank Zeeland-West-Brabant is geen uitzondering op die regel. Toch besteden wij kort aandacht aan deze zaak. Het gaat namelijk om een bijzonder soort vormverzuim.

LEES VERDER

#539: Goddelijke verschoning

Verschoning betekent ook wel verontschuldiging – wie om verschoning vraagt, zoekt vergiffenis. Of de verdachte in een recente zaak is vergeven, weten wij niet, maar het recht op verschoning heeft wél geleid tot niet-ontvankelijkheid van het OM.

LEES VERDER

#536: Proceskostenvergoeding in boeteprocedures en 6 EVRM

In #511 concludeerden wij al dat het fiscale boeterecht de kinderschoenen is ontgroeid. Geen wonder dat cliënten de vernietiging van een fiscale boete in de praktijk ervaren als een ‘vrijspraak’. In het strafrecht bestaat in zo’n geval recht op een proceskostenvergoeding. In boeteprocedures bestaat die mogelijkheid ook, al komt de ‘vrijgesproken’ boeteling vaak van een koude kermis thuis. Wij leggen hierna uit hoe dat komt en waarom wij dat onterecht vinden.

LEES VERDER

Loading new posts...
No more posts