#498: Data, data en nog eens data

Opsporingsautoriteiten verzamelen heel veel strafvorderlijke gegevens. Hierbij kan gedacht worden aan inbeslagnames of hacks van grote gegevensdragers in het belang van een opsporingsonderzoek op basis van een strafrechtelijke verdenking. Voorbeelden hiervan zijn de gekraakte berichten van Ennetcom, Encrochat of Sky ECC. Maar ook worden er bijvoorbeeld complete administraties van bedrijven in beslag genomen. Deze in beslag genomen data is natuurlijk relevant voor het betreffende opsporingsonderzoek zelf maar wat gebeurt er daarna met deze gegevens? En mogen deze gegevens ook nog voor andere doeleinden gebruikt worden?LEES VERDER

#494: Procesafspraken; het hoge woord is eruit

Al meerdere keren schreven wij over procesafspraken in het strafrecht (zie bijvoorbeeld Vaklunch #486, #477 en #470). Hieruit bleek dat feitenrechters deze afspraken wisselend toetsen, met rechtsonzekerheid voor de verdachte tot gevolg. De praktijk was hongerig naar sturing. Vol verwachting klopte dan ook ons hart bij de aankondiging van het arrest van de Hoge Raad na de vordering tot cassatie in het belang der wet van AG Bleichrodt (zie Vaklunch #480). Vorige week dinsdag 27 september wees de Hoge Raad arrest, waarin hij zich voor het eerst uitlaat over procesafspraken in het strafrecht.LEES VERDER

#482: Schutznorm verschwunden?

Wij hebben het al meermaals gehad over het recht op bijstand van een advocaat tijdens en voorafgaand aan het verhoor (zie bijvoorbeeld #433 en #219). Dat mensenrecht vindt zijn grondslag in de Salduz-uitspraak van het EHRM. Onlangs verduidelijkte het EHRM in een nieuwe uitspraak de reikwijdte van de Salduz-regels. Met dit arrest geeft het hof antwoord op de vraag of Salduz derdenwerking heeft: als een medeverdachte een voor de verdachte belastende verklaring heeft afgelegd zonder dat aan die medeverdachte juridische bijstand is verleend, kan de verdachte dan een beroep doen op schending van artikel 6 EVRM?LEES VERDER

#474: Effectiever toezicht op opsporing

Afgelopen maandag, 16 mei 2022, heeft de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies openbaar gemaakt over het wetsvoorstel dat het Wetboek van Strafvordering moderniseert. Doel van dit nieuwe wetboek is onder andere vereenvoudiging van de regels over de opsporingsbevoegdheden, stroomlijning van procedures en het verkorting van de doorlooptijden. Het advies luidt dat het noodzakelijk is dat het nieuwe wetboek op een aantal punten wordt aangepast. Opvallend is dat deze punten met name zien op de uitoefening van opsporingsbevoegdheden die met voldoende waarborgen moet zijn omkleed, het (rechterlijk) toezicht op het optreden van strafvorderlijke autoriteiten, en verbetering van de positie van de verdachte.LEES VERDER

#444: Openbaar Ministerie schendt de privacy

Privacy is vandaag de dag een groot goed. Google en Facebook weten alles van je en gevoelige informatie belandt door hackers dikwijls open en bloot op straat. De roep om bescherming van onze privacy is dan ook niet vreemd. De PGP telefoon komt aan deze wens tegemoet nu deze de privacy van de gebruiker waarborgt doordat de communicatie door middel van encryptie is beveiligd. Deze telefoons worden echter juist vanwege deze bescherming ook vaak in verband gebracht met het criminele circuit. Maar betekent dit dan vervolgens dat het Openbaar Ministerie de privacy van alle gebruikers mag schenden?LEES VERDER

#436: De ene getuige is de andere niet

In strafzaken kunnen getuigenverklaringen een belangrijke rol spelen in de bewijsvoering. Voor fraudezaken is dat niet anders. Daarnaast kunnen getuigenverklaringen relevant zijn voor de vaststelling van eventuele vormverzuimen die in het voorbereidend onderzoek hebben plaatsgevonden en die met toepassing van artikel 359a Sv kunnen worden bestraft. In een recente conclusie van 6 juli 2021 bevestigt Advocaat-Generaal (A-G) Bleichrodt dat deze zogenoemde ‘rechtmatigheidsgetuigen’ als een aparte categorie moeten worden gezien. Welke gevolgen heeft dit voor het doen van verzoeken tot het horen van deze getuigen en het voeren van 359a-verweren?LEES VERDER

#416: Een herstelbaar verzuim?

Veelvuldig hebben wij geschreven over het feit dat de juistheid van een proces-verbaal niet zonder meer kan worden aangenomen, en niet zonder reden. Hierover schreven we onder meer al in Vaklunches #12#43#99,  #132, #148 en #320. Het ligt in de lijn der verwachting dat (opzettelijke) onjuistheden in processen-verbaal vaker voorkomen dan ze aangetoond kunnen worden in de praktijk. De besproken jurisprudentie in die Vaklunches zal dus slechts het topje van de ijsberg zijn. Wat wij moeilijk kunnen verkroppen is dat hier zo lichtzinnig mee wordt omgegaan. Immers, als er bewijs is dat er fouten door de opsporingsambtenaren zijn gemaakt in de processen-verbaal dan kan dit bewijs veelal ook meteen dienen om de geconstateerde fouten met de mantel der liefde te bedekken. Het probleem is daarmee dan toch opgelost?LEES VERDER

#406: Een krachtig signaal

Op 1 december 2020 heeft de Hoge Raad een overzichtsarrest gewezen over de toepassing van artikel 359a Wetboek van Strafvordering. Hierover schreven wij ook in Vaklunch #401 . In het nieuwe jaar wordt nu een ouder arrest gepubliceerd, van begin 2020. Wat hiervan de reden is, is voor ons niet geheel duidelijk. Wellicht dat men wil aantonen dat het beoordelingskader in het arrest van januari 2020 anders is geformuleerd dan het ‘nieuwe’ toetsingskader van de Hoge Raad. Wat ons betreft geeft het arrest van januari 2020 van het Hof Den Haag nog steeds een krachtig signaal over wanneer bewijsuitsluiting kan volgen en verdient het om die reden aandacht.LEES VERDER

#304: Alle reden tot twijfel

In het strafrecht is een proces-verbaal de belangrijkste bron van informatie. Het gaat dan om processen-verbaal van bevindingen van opsporingsambtenaren, maar ook om processen-verbaal van verklaringen die zijn afgenomen bij getuigen of verdachten. Van die afgelegde verklaringen bestaat onder de huidige wetgeving in de regel geen audio opname. Dat betekent dat het proces-verbaal zo accuraat mogelijk moet worden opgemaakt, achteraf kan niet worden gecontroleerd wat de getuige of de verdachte echt heeft gezegd. Het is een zakelijke weergave van de verklaring en daarmee al een papieren werkelijkheid. Door het proces-verbaal na afloop van het verhoor te lezen kan uiteraard worden gecontroleerd of de inhoud ervan strookt met hetgeen is gezegd. Als dat niet het geval is dan kunnen tijdens het controleren van de het proces-verbaal opmerkingen worden gemaakt. Sommige opsporingsinstanties zijn bereid om die opmerkingen serieus te nemen en te verwerken. Anderen niet. In het laatste geval is het advies van een advocaat aan de verdachte of getuige veelal om het proces-verbaal van verhoor niet voor akkoord te tekenen en daarbij op het proces-verbaal te schrijven waarom je niet wenst te ondertekenen. Maar voorkomt dat dat het document als bewijs kan worden gebruikt?

LEES VERDER

#290: De informatiebeschikking misbruikt voor het strafrecht?

Het fiscale recht kent een ruime informatieverplichting. Op grond van artikel 47 AWR dient een belastingplichtige alle gegevens en inlichtingen te verstrekken die van belang kunnen zijn voor de belastingheffing te zijnen aanzien. Deze informatieverplichting in het fiscale recht kan nog wel eens botsen met het recht om te zwijgen in het strafrecht. Hierover schreven wij bijvoorbeeld ook in Vaklunch #112  en Vaklunch #209. Voorkomen dient te worden dat de fiscale informatieverplichting wordt gebruikt voor strafrechtelijke doeleinden. Dat geldt overigens ook vice versa. Zo schreven wij in Vaklunch #274 al over de omgekeerde situatie waarin het strafrecht werd misbruikt voor een fiscale zaak. In de uitspraak van 1 oktober 2018 van de rechtbank Gelderland lijkt het echter alsof het fiscale recht gebruikt wordt voor strafrechtelijke doeleinden. Gelukkig steekt de rechtbank daar een stokje voor.LEES VERDER

Loading new posts...
No more posts