#548: More than words

Het recht op privacy is een grondrecht dat op veel plaatsen is vastgelegd, waaronder in artikel 10 van de Nederlandse Grondwet, diverse mensenrechtenverdragen en de AVG. Maar wat betekent dit recht als het niet effectief kan worden afgedwongen? Vooral binnen het strafrecht lijkt dit ‘grondrecht’ vaak betekenisloos, een recht op papier. Wij menen dat dit recht meer bescherming verdient en serieuzer moet worden genomen in het strafrecht.

In het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens is het recht op privacy vastgelegd in artikel 8. Opsporingsactiviteiten vormen bijna zonder uitzondering een inbreuk op dit recht (al varieert de omvang van de inbreuk). Een dergelijke inbreuk is gerechtvaardigd wanneer deze voldoet aan bepaalde voorwaarden: ze moeten in overeenstemming zijn met de wet, een gerechtvaardigd belang dienen (zoals nationale en openbare veiligheid) en noodzakelijk zijn in een democratische samenleving. De wet die aan de inbreuk ten grondslag ligt, moet dan wel  helder, voorspelbaar en adequaat toegankelijk zijn.

De constante evolutie van technologie zorgt ervoor dat wetgeving vaak achterloopt, wat weer leidt tot juridische vragen over de legitimiteit van bijvoorbeeld digitale opsporingsmethoden. Discussies hierover horen wat ons betreft bij uitstek thuis in het strafrecht. Of het nu gaat om het uitlezen van telefoons van verdachten, het kopiëren van oneindig veel gegevens of het onderscheppen van communicatie. Je zou verwachten dat deze toename van inbreuken op de privacy zou leiden tot een stevigere controle op de opsporing. Echter lijkt er in de rechtszaal soms weinig aandacht voor (mogelijke) schendingen van artikel 8 EVRM.

De reden daarvan is dat artikel 8 EVRM maar een kleine rol lijkt te spelen bij het verbinden van gevolgen aan vormverzuimen ex artikel 359a Sv. Bij sommige inbreuken blijft het bij een constatering van het vormverzuim of strafvermindering. De gedachte heerst dat verdachten niet mogen profiteren van mogelijke misstappen van de overheid. Het afketsen van een strafzaak op basis van een vormverzuim wordt gezien als wrang en oneerlijk. Maar als de overheid de grondrechten van een verdachte schendt zonder dat daarvoor een goede basis bestaat, zou daar dan niet iets tegenover moeten staan? Moet men bewijs willen gebruiken dat onrechtmatig wordt verkregen omdat de opsporingsautoriteiten het gevoel hebben onschendbaar te zijn en de gevolgen beperkt blijven? Moeten we niet veel meer optreden tegen privacy-schendingen door de overheid? En waarom mag er geen vergelding plaatsvinden voor het geschonden recht? Wij menen dat indien de rechten van de verdachte zijn geschonden, op zijn minst genomen een hele fikse strafkorting mag plaatsvinden of misschien zelfs een schadevergoeding. Dat is geen profiteren, dat is genoegdoening voor de rechten die zijn geschonden.

En als de strafrechter deze controle niet serieus neemt, waar kunnen verdachten dan terecht als zij vinden dat hun privacy-rechten zijn geschonden? Moeten zij zelf de kosten dragen om dit in een (openbare!) civiele procedure aan te kaarten? Worden onze grondrechten op die manier effectief gewaarborgd?

Dit alles wordt nog problematischer in grensoverschrijdende zaken. De Hoge Raad heeft onlangs in zaken rondom SKY ECC en Encrochat besloten dat het interstatelijke vertrouwensbeginsel geldt, waardoor de rechtmatigheid van opsporingsactiviteiten in het buitenland in beginsel niet ter discussie staan. Bij ons roept dit de vraag op of dit vertrouwensbeginsel wel verenigbaar is met artikel 13 EVRM, dat voorschrijft dat ieder individu recht heeft op een effectief rechtsmiddel bij schendingen van rechten en vrijheden.

In essentie pleiten wij ervoor dat Nederlandse rechters meer moeten opkomen voor de rechten van ‘hun’ burgers, zeker als het gaat om Europese grondrechten. Het kan toch niet de verwachting zijn dat een Nederlander in Frankrijk zijn of haar recht moet halen?

Concluderend: het recht op privacy verdient een centrale plaats, zeker wanneer dit recht geschonden wordt in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. Het is tijd dat we dit recht serieus nemen en effectieve(re) bescherming bieden, ook in grensoverschrijdende zaken.

 

Heb je hier vragen over of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met ons op via vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.

 

No Comments

Post a Comment