#630: De naïeve mens als redelijke scepticus
De oplichtingsbepaling staat centraal in de recente conclusie van advocaat-generaal Spronken. Wanneer is iemand werkelijk door listige kunstgrepen of een samenweefsel van verdichtsels bewogen tot afgifte, en wanneer had het slachtoffer het bedrog gewoon moeten doorzien? De zaak laat zien hoe scherp de rechter balanceert tussen bescherming van goedgelovigen en het uitgangspunt dat ieder verantwoordelijk is voor een minimum aan eigen voorzichtigheid.
LEES VERDER