#539: Goddelijke verschoning

Verschoning betekent ook wel verontschuldiging – wie om verschoning vraagt, zoekt vergiffenis. Of de verdachte in een recente zaak is vergeven, weten wij niet, maar het recht op verschoning heeft wél geleid tot niet-ontvankelijkheid van het OM.

De verdachte was een Jehovah’s Getuige aan wie een zedendelict werd verweten. In het kader van het strafrechtelijke onderzoek waren onder meer het hoofdkantoor van de Christelijke Gemeente van Jehovah’s Getuigen in Nederland en de woningen van verschillende ‘ouderlingen’ doorzocht. Daarbij waren allerlei stukken in beslag genomen en gegevens vastgelegd, waaronder correspondentie van de ouderlingen. Voor geestelijken die pastorale zorg verlenen, geldt het verschoningsrecht. In deze zaak was de vraag of de ouderlingen daar een beroep op konden doen.

De Hoge Raad bepaalde in de beslagprocedure dat onder omstandigheden het verschoningsrecht geldt voor ouderlingen van de Jehova’s Getuigen “als behorende tot de geestelijke stand tot wie een lid van de gemeente zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het toevertrouwde moet kunnen wenden”. Naar aanleiding hiervan oordeelde de rechter-commissaris dat alle stukken die betrekking hadden op met ouderlingen in vertrouwen gedeelde informatie in het kader van pastorale zorg onder het verschoningsrecht vielen. De raadkamer gelastte vervolgens de vernietiging van deze stukken. Maar dat gebod werd niet opgevolgd – in het ‘opgeschoonde’ dossier zaten nog steeds meerdere verschoningsgerechtigde documenten. Dat schoot de rechtbank bij de inhoudelijke behandeling in het verkeerde keelgat:

Het nalaten van de vernietiging van geheimhouderinformatie, dan wel het ontbreken van een voorafgaande machtiging van de rechter-commissaris tot voeging van informatie aan de processtukken, en de daarmee samenhangende voortdurende mogelijkheid van kennisneming van die informatie, houden een schending in van een beginsel dat voor het strafprocesrecht door de wetgever zelf van fundamenteel belang wordt geacht. De geconstateerde ernstige, grootschalige en voortdurende inbreuken op de regelgeving die het verschoningsrecht moet waarborgen door het Openbaar Ministerie, ondergraven het vertrouwen van de burger in dat wat hij in vertrouwen met een (mogelijke) geheimhouder bespreekt, ook geheim blijft. Deze kwestie stijgt uit boven schending van de individuele rechtsbelangen van een verdachte – hoewel die hier ook ernstig zijn geschaad – in een concrete strafzaak en raakt het vertrouwen in de rechtspleging in zijn geheel. Gelet hierop acht de rechtbank de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de strafvervolging van de verdachte de enig passende conclusie.

We hadden het zelf niet beter kunnen zeggen.

Dat het OM het verschoningsrecht op structurele basis schendt, is inmiddels duidelijk. Helaas ontbreekt het bij het OM op dit punt aan ieder reflectief vermogen. Dat blijkt maar weer uit een recent persbericht, waarin het OM het belang van het verschoningsrecht weliswaar onderschrijft, maar in dezelfde adem waarschuwt voor misbruik hiervan. Het OM stelt dat het aantreffen van geheimhoudersstukken “helaas” kan leiden tot vertraging en lijkt advocaten te verwijten dat zij hun verschoningsrecht strategisch inzetten om zand in de raderen te strooien.

Hoofdrolspelers in de huidige discussie over het verschoningsrecht zijn het OM en de advocatuur, maar advocaten zijn niet de enige geheimhouders. Men lijkt (bij het OM) soms niet te beseffen dat het inperken van het verschoningsrecht er óók toe leidt dat gevoelige correspondentie met bijvoorbeeld artsen steeds gemakkelijker op straat komt te liggen. Het verschoningsrecht – ten aanzien van álle geheimhouders –  maakt mogelijk dat men zich kan wenden tot bepaalde vertrouwenspersonen, zonder angst voor openbaarmaking van wat besproken is. Dat is een groot maatschappelijk belang en verdient bescherming.

Rechtbank Zwolle geeft een duidelijk signaal af, en wat ons betreft is dat geheel terecht. Het Openbaar Ministerie lapt structureel de regels aan zijn laars. Lang bleven de schendingen nagenoeg onbestraft, maar het tij lijkt heel voorzichtig te keren. Deze uitspraak past absoluut in die tendens.

Heb je hier vragen over of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met ons op via vaklunch@hertoghsadvocaten.nl

No Comments

Post a Comment