#519: De pv-paradox

Één ei is geen ei, ook in het strafrecht: op basis van één bewijsmiddel kan niet worden veroordeeld. Artikel 344 lid 2 Sv bevat echter een belangrijke uitzondering op deze regel: één proces-verbaal van een opsporingsambtenaar is wél voldoende voor een bewezenverklaring. De wetgever kent aan pv’s dus een hoge bewijswaarde toe. Daarbij wordt er natuurlijk op vertrouwd dat de pv’s juist zijn. Maar op dat uitgangspunt valt nogal wat aan te merken (zie bijvoorbeeld #148, #304 en #416).

Onlangs kwam dit onderwerp weer eens aan de orde in een uitspraak van het hof Den Haag. Het hof stelt in dit arrest vast dat de pv’s van een bepaalde verbalisant (verbalisant 1) onvoldoende betrouwbaar zijn, onder meer omdat data en tijdstippen niet zorgvuldig zijn geregistreerd. In eerste aanleg had de rechtbank deze pv’s ook al als onbetrouwbaar aangemerkt.

Naast de pv’s bevatte het dossier ook videobeelden. De rechtbank achtte deze beelden toelaatbaar, maar het hof stelt vast dat de gebruikte apparatuur niet voldoet aan het Besluit technische hulpmiddelen strafvordering. Hierdoor valt niet te controleren of de beelden volledig zijn en of de opnametijdstippen juist zijn. Bovendien heeft verbalisant 1 volgens het hof substantiële invloed gehad op de inhoud van de pv’s van verbalisant 2. Verbalisant 2 heeft onvoldoende duidelijk gemaakt hoe de pv’s tot stand zijn gekomen en hoe groot de invloed van verbalisant 1 daarop is geweest. Deze pv’s zijn daardoor omgeven met vraagtekens en onzorgvuldigheden, aldus het hof.

Het hof sluit de videobeelden en de pv’s opgemaakt door verbalisanten 1 en 2 uit van het bewijs. Dat leidt tot vrijspraak voor drie van de vier ten laste gelegde feiten. Het hof stelt dat de onzorgvuldigheden in het dossier weliswaar onherstelbare vormverzuimen opleveren, maar dat de vormverzuimen niet doelbewust en met grove veronachtzaming van de verdedigingsrechten zijn begaan: “Veeleer is sprake van een vergaande – en daardoor onaanvaardbare – kokervisie, gepaard aan een – evenmin aanvaardbare – onnauwkeurigheid als het gaat om de wijze waarop bewijs kan worden verzameld.” Volgens het hof is daarnaast geen sprake van een oneerlijk proces, omdat de vormverzuimen door de verdediging zijn blootgelegd en daardoor bewijsuitsluiting is gevolgd. Het primaire verzoek om het OM niet-ontvankelijk te verklaren, wijst het hof dan ook af.

Dit lijkt ons een terechte uitkomst en een mooie overwinning voor de verdediging. Toch stemmen dit soort arresten altijd wat cynisch. Pv’s zijn de enige bewijsmiddelen waar zelfstandige bewijswaarde aan is toegekend, en juist in die pv’s treffen we in onze praktijk met grote regelmaat onzorgvuldigheden aan (of zelfs vergaande en onaanvaardbare kokervisie).

Ernstige verzuimen komen doorgaans alleen aan het licht doordat de verdediging daar actief naar op zoek gaat. Dat zou in een rechtsstaat überhaupt al niet nodig moeten zijn. En áls die verzuimen dan worden blootgelegd, leidt dat nagenoeg nooit tot niet-ontvankelijkheid. Het feit dat een vormverzuim is ontdekt, wordt dan namelijk vaak aangegrepen als reden om juist geen niet-ontvankelijkheid te laten intreden. Wanneer immers, bijvoorbeeld door controle aan de hand van camerabeelden, vast komt te staan dat een gebeurtenis onjuist is geverbaliseerd, geldt dat het verzuim is hersteld. Daardoor kan geen sanctie volgen. Wanneer daarentegen de betrouwbaarheid van een bewijsmiddel niet te controleren valt en het verzuim dus onherstelbaar is, volgt ter compensatie vaak bewijsuitsluiting. Niet-ontvankelijkheid is dan in het licht van de overall fairness niet meer geboden, zo stelt ook het hof in onderhavige zaak.

Met andere woorden: als een verzuim niet wordt ontdekt, komt de verbalisant goed weg. Als het verzuim wél wordt ontdekt, volgt bijna nooit niet-ontvankelijkheid. Die gang van zaken leidt ertoe dat verbalisanten onvoldoende urgentie voelen om hun pv’s zorgvuldig op te stellen en dat het OM niet wordt geprikkeld om hierover verantwoording af te leggen.

Bij de bijzondere bewijswaarde van pv’s hoort een serieuze verantwoordelijkheid voor verbalisanten. Daar mag wat ons betreft wel wat strenger op worden gewezen. Dit arrest is een stap in de goede richting, maar nog liever zouden wij zien dat de rechter af en toe écht een duidelijk signaal afgeeft en het OM niet-ontvankelijk verklaart in de vervolging.

Heb je vragen over het voorgaande of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.

No Comments

Post a Comment