#304: Alle reden tot twijfel
In het strafrecht is een proces-verbaal de belangrijkste bron van informatie. Het gaat dan om processen-verbaal van bevindingen van opsporingsambtenaren, maar ook om processen-verbaal van verklaringen die zijn afgenomen bij getuigen of verdachten. Van die afgelegde verklaringen bestaat onder de huidige wetgeving in de regel geen audio opname. Dat betekent dat het proces-verbaal zo accuraat mogelijk moet worden opgemaakt, achteraf kan niet worden gecontroleerd wat de getuige of de verdachte echt heeft gezegd. Het is een zakelijke weergave van de verklaring en daarmee al een papieren werkelijkheid. Door het proces-verbaal na afloop van het verhoor te lezen kan uiteraard worden gecontroleerd of de inhoud ervan strookt met hetgeen is gezegd. Als dat niet het geval is dan kunnen tijdens het controleren van de het proces-verbaal opmerkingen worden gemaakt. Sommige opsporingsinstanties zijn bereid om die opmerkingen serieus te nemen en te verwerken. Anderen niet. In het laatste geval is het advies van een advocaat aan de verdachte of getuige veelal om het proces-verbaal van verhoor niet voor akkoord te tekenen en daarbij op het proces-verbaal te schrijven waarom je niet wenst te ondertekenen. Maar voorkomt dat dat het document als bewijs kan worden gebruikt?
Deze situatie deed zich voor in een zaak die recent aan de orde was bij de Rechtbank Amsterdam. In deze zaak draait het om een verdenking van witwassen en flessentrekkerij. De verdediging verzoekt de Rechtbank in deze zaak om het proces-verbaal van een door de verdachte afgelegde verklaring niet als bewijs te gebruiken, nu de verdachte zich niet herkent in de antwoorden die in het proces-verbaal zijn opgenomen. Bovendien heeft de verdachte de verklaring ook niet ondertekend. Dat is hem overigens ook niet gevraagd blijkt uit het verweer van de verdediging. Verder heeft de verdediging aangevoerd dat de verdachte de verklaring niet heeft mogen doorlezen en dat er geen advocaat uitgenodigd om aanwezig te zijn, die het proces-verbaal had kunnen controleren.
In dit geval leidt het verweer echter niet tot bewijsuitsluiting. De reden daarvoor is dat het niet voldoet aan de eisen van artikel 359a Sv. Daarnaast overweegt de Rechtbank ook dat er geen aanleiding is te twijfelen aan de inhoud van het ambtsedig opgemaakte proces-verbaal. De achtergrond van deze overweging wordt niet duidelijk uit het vonnis. Heeft de verdachte ook ter zitting een verklaring afgelegd die in lijn is met de eerdere verklaring? Of baseert de Rechtbank deze overweging op de gedachte dat een ambtsedig proces-verbaal juist zal zijn gelet op de bijzondere bewijswaarde van dergelijke verklaringen?
Dat dergelijke processen-verbaal die bijzondere bewijswaarde echter niet altijd verdienen blijkt uit eerdere jurisprudentie. Dat opsporingsambtenaren fouten kunnen maken in hun processen-verbaal en verklaringen is niets nieuws. In voorkomende gevallen gaat het echter niet meer om ‘onschuldige’ fouten, maar om het bewust opstellen van foute processtukken. Enkele voorbeelden daarvan bespraken wij al in Vaklunch #75 en Vaklunch #168. Ook uit het recente persbericht van het Openbaar Ministerie van 2 januari 2019 blijk dat processen-verbaal door opsporingsambtenaren bewust onjuist zijn opgemaakt. Het Openbaar Ministerie concludeerde dat strafbare feiten zijn gepleegd. Strafvervolging vindt het Openbaar Ministerie echter niet passend, disciplinaire maatregelen wel.
In deze gevallen zijn de fouten in de processen-verbaal boven water gekomen. Dat blijkt in de praktijk voor de verdediging niet altijd een gemakkelijke klus. Er zullen dus vele andere gevallen zijn waar de fouten – al dan niet bewust – niet naar voren zijn gekomen. Is het dan nog passend de bijzondere bewijswaarde aan dergelijke processen-verbaal toe te kennen? Wat ons betreft niet. Het is aan alle procespartijen van belang om hier alert op te zijn en te blijven. Van de juistheid van een ambtsedige verklaring kan niet zonder meer worden uitgegaan. Als een verdachte zich stevig verzet tegen de juistheid van de inhoud van een proces-verbaal dan is dat voldoende aanleiding om te onderzoeken of die inhoud strijdig is met de waarheid. Het is aan de verdediging om dat onderzoek te triggeren door een zorgvuldig verweer ex artikel 359a Sv te voeren.
Heb je vragen over het voorgaande of wil je met ons van gedachten wisselen? Neem dan contact op via boezelman@hertoghsadvocaten.nl of boer@hertoghsadvocaten.nl.
No Comments