#449: Daar wordt aan de deur geklopt
Dieuwertje Blok hield het land vorige week zoals elk jaar weer flink in spanning of er dit jaar wel op de deur geklopt zal gaan worden. Heel Nederland kent de uitdrukking en de gedachte hieraan stemt de meesten ongetwijfeld vrolijk; het is de opmars naar de feestdagen. Maar dat geldt niet voor degenen die ooit te maken hebben gehad met aankloppende opsporingsautoriteiten zoals de FIOD. De gevolgen van zo’n inval zijn in de praktijk – ook als er niets aan de hand bleek te zijn – niet te onderschatten.
Een bezoek van de opsporingsautoriteiten is op zichzelf al een stressvolle situatie. Het kan nog jarenlang impact hebben op het persoonlijk leven van de betrokkenen. Vreemden die je huis overnemen en het gezinsleven voor een aantal uur dicteren. Slapeloze nachten en een unheimisch gevoel in het eigen huis is het gevolg. Jaren later herinneren de betrokkenen zich nog altijd de exacte bewuste datum. Elk jaar levert het een dubieus jubileum op. Het Duitse Der Spiegel publiceerde hierover jaren geleden een bijdrage die het perfect omschreef. De titel? ‘Razzia, Wie es sich anfühlt, wenn Steuerfahnder das Haus durchsuchen’ (zie ook Vaklunch #013).
Maar de impact gaat nog verder dan dat. Indien er eenmaal “aan de deur is geklopt” of het stempel van fraudeur aan iemand kleeft bijvoorbeeld doordat de media over een lopend onderzoek publiceren, dan volgen de neveneffecten elkaar snel op. Er kunnen bijvoorbeeld problemen ontstaan met verkrijging van een Verklaring Omtrent het Gedrag. Indien een VOG vereist is voor het aangaan of voortzetten van een arbeidsrelatie kan dit verstrekkende gevolgen hebben. Hetzelfde geldt voor de relatie met de bank. Zelfs indien enkel sprake is van een verdenking kan deze relatie al flink onder druk komen te staan. Specifiek voor accountants en belastingadviseurs zijn de gevolgen verstrekkender, zeker in het geval van een onverhoopte veroordeling. Maaike Coenen en Anke Feenstra beschrijven de verstrekkende gevolgen voor deze vragen in hun recente artikel en vragen hier terecht aandacht voor.
Dat een strafrechtelijk onderzoek – met bijbehorende stempel – onomkeerbare impact heeft is ook het Openbaar Ministerie wel bekend, zo blijkt uit de NS zaak (zie ook Vaklunch #398). Na een glansrijke vrijspraak bij de rechtbank heeft het Openbaar Ministerie het hoger beroep op enig moment alsnog ingetrokken. Niet alleen achtte het Openbaar Ministerie de zaak alsnog niet bewijsbaar, het voegde ook toe: “Daarnaast is het zo dat betrokkenen, op basis van hun handelen en hun positie, al zodanige gevolgen hebben ondervonden dat het doorzetten van het hoger beroep niet opportuun is.”
Het blijft een belangrijke boodschap aan het Openbaar Ministerie. Zodra er aan de deur wordt geklopt treden alle bijkomende gevolgen van een strafrechtelijk onderzoek al in. Oók als uit het onderzoek van het Openbaar Ministerie uiteindelijk blijkt dat van strafrechtelijk handelen geen sprake is geweest. Uiteraard is de opsporing van strafbare feiten een belangrijke taak. Maar de enorme gevolgen die een onderzoek met zich brengen voor de betrokken individuen, bieden genoeg reden om zeer terughoudend om te gaan met het uiten van verdenkingen van strafbare feiten. Daarnaast moeten deze gevolgen – als een onderzoek en vervolging onafwendbaar is – ons inziens beter tot uitdrukking komen in de strafeis. Wellicht is dat slechts een doekje tegen het bloeden, maar het wordt (hoog) tijd dat het Openbaar Ministerie deze bijkomende gevolgen beter onderkent.
En als er in de komende weken dan toch aan de deur wordt geklopt, fingers crossed dat het de Goedheiligman is.
Heb je vragen over of wil je van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met boezelman@hertoghsadvocaten.nl of boer@hertoghsadvocaten.nl.
No Comments