#575: Witwasindicatoren, niet zomaar verkoren

In februari dit jaar bracht het Anti Money Laundering Centre (AMLC) een nieuw overzicht met witwasindicatoren uit. Deze worden onderverdeeld in 1) witwastypologieën, 2) feiten van algemene bekendheid, en 3) overige indicatoren. In deze nieuwe versie zijn maar liefst 360 witwasindicatoren opgenomen. Een toename van 218 indicatoren ten opzicht van de vorige versie van april 2020 (zie #369), toen er nog ‘slechts’ 142 indicatoren op de lijst stonden. Reden genoeg om deze indicatoren nogmaals onder de loep te nemen. Want wat betekenen deze indicatoren voor een strafrechtelijk onderzoek naar witwassen?

In het nieuwe overzicht wordt per categorie een overzicht gegeven van de typologieën, algemene feiten van bekendheid en/of overige indicatoren voor witwassen. Hiervan wordt gebruik gemaakt door de opsporingsautoriteiten om een “vermoeden van witwassen” in het kader van het witwasstappenplan te onderbouwen. Daarbij geldt dat dergelijke indicatoren gelden als een mogelijke duiding van witwassen die afdoende is om tot een redelijk vermoeden te komen, maar er moet wel concreet bewijs zijn dat in het specifieke geval sprake is van feiten die aan die indicatoren ten grondslag liggen.

Deze nieuwe lijst roept de nodige vragen op. Zo betreft de tweede  categorie in het overzicht de feiten van algemene bekendheid. Deze worden door het AMLC omschreven als “feiten die iedereen geacht wordt te kennen”. Het AMLC neemt feiten van algemene bekendheid op in zijn lijst als die als zodanig zijn gekwalificeerd door een rechter. Dit vraagt wat ons betreft om nuancering. Allereerst is een feit op basis van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad algemeen bekend wanneer ieder die betrokken is bij het betreffende geding geacht wordt die te kennen, of zonder noemenswaardige moeite uit algemeen toegankelijke bronnen kan achterhalen. Het gaat dan om een feit waarvan de juistheid redelijkerwijs niet voor betwisting vatbaar is. Een vrij open norm dus, waardoor ook niet altijd even duidelijk is wat nou een feit van algemene bekendheid is, zie daartoe bijvoorbeeld ook de Hoge Raad in zijn arrest van 25 januari 2022. Verder zijn 49 van de 52 uitspraken in de lijst van een feitenrechter, waarvan ruim de helft van de rechtbank. Overigens blijkt uit het overzicht niet of het steeds gaat om onherroepelijke uitspraken.

Kan op basis van deze jurisprudentie steeds gesteld worden dat het gaat om feiten waarvan het zonneklaar is dat die van algemene bekendheid zijn? Onzes inziens niet. En dat is relevant voor een strafrechtelijk onderzoek naar witwassen. Indien opsporingsinstanties deze feiten gebruiken ter onderbouwing van een “vermoeden van witwassen” in het kader van het witwasstappenplan is het raadzaam om hier scherp verweer op te voeren. Want mogelijk is het vermoeden van witwassen geheel ongerechtvaardigd omdat de gehanteerde “feiten van algemene bekendheid” daartoe niet afdoende zijn. Het onderzoek naar witwassen moet dan worden gestaakt.

Dat geldt ook voor de overige indicatoren op de lijst die volgens het AMLC als kenmerken kunnen duiden op witwassen, maar geen feit van algemene bekendheid zijn en ook niet als typologie zijn vastgesteld. Hoewel het AMLC toelicht dat deze indicatoren bruikbaar zijn voor de opsporing om een vermoeden van witwassen te onderbouwen, past ook hier een kritische kanttekening. De overige indicatoren zijn immers niet zonder reden niet door het FATF of de FIU aangemerkt als een typologie [1]. Deze indicatoren komen – ook op basis van de memorie van toelichting bij artikel 420bis Sr – niet zonder meer een zelfstandige betekenis toe in het kader van een verdenking of het bewijs van witwassen.

De verdediging dient dus alert te blijven op de gehanteerde witwasindicatoren én het concrete bewijs dat daar sprake van is door de opsporingsinstanties in geval van het witwasstappenplan.

Heb je hier vragen over of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met ons op via vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.

 

[1] De FIU publiceerde eind april (na het vernieuwde overzicht van het AMCL) negentien nieuwe witwastypologieën met betrekking tot buitenlandse rechtspersonen en vastgoed. Deze nieuwe typologieën zijn (voor zover inzichtelijk) niet te herleiden tot bijvoorbeeld de door het ALMC genoemde overige indicatoren.

No Comments

Post a Comment