#426: Het startschot van het EOM
Op 1 juni 2021 is het Europees Openbaar Ministerie (EOM) van start gegaan. Op 27 mei jl. publiceerde het Financieele Dagblad een interview waarin de eerste Nederlandse officier van justitie, Daniëlle Goudriaan, een aantal inzichten geeft in het beleid van het EOM. Maar wat kan en mag het EOM nu eigenlijk? Het EOM kan strafrechtelijk onderzoek doen naar strafbare feiten die genoemd worden in Richtlijn 2017/1371 en daarmee onlosmakelijk verbonden strafbare feiten. Dat roept de nodige vragen op. Zoals: welke opsporingshandelingen kan het EOM uitoefenen, welke strafrechtelijke waarborgen zijn van toepassing, wanneer heeft welk land rechtsmacht en welke strafbare feiten kunnen worden vervolgd? Slechts een greep uit de vragen die relevant zijn. In deze Vaklunch geven wij inzicht in de strafbare feiten die kunnen worden vervolgd.
De Richtlijn kent twee bepalingen die de strafbare feiten duiden. Het gaat telkens om fraude waardoor de financiële belangen van de Europese Unie (EU) worden geschaad. De Richtlijn schrijft voor dat deze strafbare feiten reeds in 2019 omgezet dienden te worden in de wetgeving van de lidstaten. Nederland heeft inhoudelijk niets aangepast aan de strafrechtelijke bepalingen omdat dit niet nodig was. Alleen de strafmaat voor verduistering is verhoogd waardoor dit tevens een delict is geworden waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is.
Het EOM is bevoegd om de strafbare feiten die de financiële belangen van de EU schaden te onderzoeken, te vervolgen en voor de nationale rechter te brengen. Uit artikel 3 van de Richtlijn volgt dat het gaat om fraude gepleegd aangaande aanbestedingsgelden afkomstig van de begroting van de EU. Aanbestedingen in dat verband zijn alle uitgaven in verband met overheidsopdrachten als bedoeld in artikel 101, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad. Uit dit artikel blijkt dat het om overheidsopdrachten aangaande gebouwen, leveringen, de uitvoering van werken en diensten gaat.
De strafrechtelijke bepalingen zien op diverse opzettelijk gepleegde handelingen of het nalaten daarvan. Zoals bijvoorbeeld het gebruik maken van valse documenten of het onjuist verstrekken van informatie. De financiële belangen van de Europese Unie staan telkens centraal. Het opzet is van toepassing op alle bestanddelen van de strafbare feiten. Of een handelen of nalaten opzettelijk is, kan worden afgeleid uit objectieve feitelijke omstandigheden.
Los van de aanbestedingsgelden is de btw ook een belangrijke pijler voor het EOM. De btw is van belang voor de Europese begroting omdat lidstaten gemiddeld ongeveer 0,3 procent van hun btw-inkomsten moeten afdragen aan de EU. In artikel 3, sub d, van de Richtlijn is elk handelen of nalaten in het kader van grensoverschrijdende frauduleuze constructies strafbaar gesteld. Het moet dan gaan om handelen waarbij i) valse, onjuiste of onvolledige btw-gerelateerde verklaringen of documenten worden gebruikt of overgelegd, ii) in strijd met een specifieke verplichting btw-gerelateerde informatie wordt achtergehouden of iii) correcte btw-gerelateerde verklaringen worden overgelegd met het oog om op frauduleuze wijze geen btw te betalen of wederrechtelijk btw-teruggaven te verkrijgen.
Volgens de Richtlijn dienen zijn strafbare feiten als ernstig te beschouwen wanneer zij verband houden met twee of meer lidstaten, sprake is van een frauduleuze constructie met als doel misbruik van het gemeenschappelijk btw-stelsel en waarbij de totale uit de strafbare feiten voortvloeiende schade ten minste € 10.000.000 bedraagt. . Sub c biedt nog een restcategorie waarbij het gebruik van valse, onjuiste of onvolledige verklaringen of documenten strafbaar wordt gesteld, als ook het achterhouden van informatie of het misbruik maken van rechtmatig verkregen voordeel. Alles telkens in relatie tot de begroting van de EU.
Artikel 4 van de Richtlijn schrijft voor dat de lidstaten de nodige maatregelen om er voor te zorgen dat het witwassen van geld zoals omschreven in artikel 1, lid 3, van Richtlijn (EU) 2015/849) een strafbaar feit vormen. Verder staan in de Richtlijn de nodige artikelen over passieve en actieve corruptie. Onder „passieve corruptie” wordt verstaan: de handeling van een overheidsfunctionaris die onmiddellijk of middellijk voordelen, ongeacht de aard daarvan, voor zichzelf of voor een ander vraagt of aanneemt, dan wel ingaat op een desbetreffende toezegging teneinde een ambtshandeling of een handeling in de uitoefening van zijn ambt te verrichten of na te laten waardoor de financiële belangen van de Unie worden of kunnen worden geschaad.
Actieve corruptie ziet op het toezeggen, aanbieden of verstrekken van onmiddellijk of middellijk voordeel voor zichzelf of een ander waardoor de financiële belangen van de EU worden of kunnen worden geschaad.
Tevens schrijft de Richtlijn voor dat voldoende mogelijkheden moeten bestaan om wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen.
Op 4 juni jl. gaf de hoofdaanklager aan dat het EOM zich gaat bezighouden met grensoverschrijdende btw-fraude van meer dan 10 miljoen euro, misbruik van EU-fondsen en corruptie rond EU-geld. Nederland zal hier zeker een belangrijk aandeel in krijgen. Binnenkort zal bekend worden gemaakt welke zaken als eerste worden geopend.
Kortom, we kunnen een interessante reeks aan nieuwe zaken en rechtsvragen verwachten. We zullen aan diverse rechtsvragen aangaande het EOM zeker aandacht besteden in aankomende Vaklunches.
Heb je vragen over het voorgaande of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met boezelman@hertoghsadvocaten.nl of boer@hertoghsadvocaten.nl.
No Comments