#500: Ongeschikte strafbeschikking

Vorige week woensdag presenteerde de procureur-generaal Bleichrodt het nieuwe toezichtrapport ‘Buiten de rechter OM’ aan het kabinet. Het rapport omvat een uitgebreid onderzoek naar de strafbeschikking. Dit is de afdoeningsmodaliteit van het Openbaar Ministerie waar de strafrechter niet aan te pas komt, maar waarbij wel de schuld van de verdachte wordt vastgesteld. De conclusie van het rapport is dat het OM grotendeels voldoet aan de wettelijke eisen voor de strafbeschikking. Grotendeels, maar niet helemaal. Op enkele cruciale punten laat het OM volgens het rapport steken vallen bij het opleggen van strafbeschikkingen.

Hoewel ons omringende landen de juridische tool van de strafbeschikking niet kennen – het kent het OM immers de macht toe flink te straffen zonder rechterlijke tussenkomst – maakt het Nederlandse OM er grif gebruik van. Even terug naar de basis: het OM heeft verschillende mogelijkheden om een zaak af te doen. Zo kan het OM een dagvaarding uitbrengen, ad informandum feiten voegen, de zaak overdragen aan een andere instantie, of de zaak seponeren. Daarnaast heeft het OM twee mogelijkheden om de zaak buiten de rechter om af te doen: de transactie en de strafbeschikking. Bij de transactie zijn de “kleerscheuren” beperkt. Een transactie houdt in dat verdere vervolging wordt voorkomen door betaling van een geldsom. De zaak is daarmee onherroepelijk afgedaan en er is geen sprake van schulderkenning. Als een aangeboden strafbeschikking door de verdachte wordt aanvaardt, houdt dat wél een schuldvaststelling en -erkenning in. Daarbij loopt de verdachte dus wel “kleerscheuren” op. De schulderkenning wordt opgenomen op de justitiële documentatie, met alle mogelijke beperkende gevolgen van dien.  Omdat geen rechterlijke toets komt kijken bij deze schuldvaststelling, is de strafbeschikking met strikte wettelijke vereisten omkleed. Maar worden deze vereisten altijd nageleefd?

Het toezichtrapport ‘Buiten de rechter OM’ concludeert dat het OM bij het opleggen van strafbeschikkingen deze wettelijke vereisten grotendeels naleeft. Zo zijn de aanbevelingen die in een vergelijkbaar rapport uit 2014 zijn gedaan, door het OM opgepakt. Op een aantal belangrijke punten laat de aanpak van het OM echter nog te wensen over. Zo constateert het rapport dat veel feitomschrijvingen in strafbeschikkingen niet duidelijk genoeg zijn. Daarbij kan het gaan om incorrecte, onvolledige of te ruim geformuleerde omschrijvingen. Een onduidelijke feitenomschrijving werkt door naar een onjuiste schuldvaststelling en daardoor wordt een verdachte soms gedragingen aangerekend waarvoor het strafdossier geen aanknopingspunten biedt. Zo komt het blijkens de 1400 strafdossiers die voor het rapport zijn onderzocht voor dat een eenvoudige diefstal in de strafbeschikking wordt gepresenteerd als een diefstal door middel van braak, terwijl de braak niet te bewijzen is op basis van het dossier. Op deze manier wordt een verdachte dus veroordeeld voor feiten waarvan niet vaststaat dat hij of zij deze heeft begaan. Volgens het rapport gebeurt dit binnen de werkstroom ZSM (‘Zorgvuldig Snel Maatwerk’) van het OM in 7,4% van de gevallen in 2020/2021.

Naast een onduidelijke schuldvaststelling concludeert het rapport dat de kwalificatie van het strafbare feit op het afschrift van de strafbeschikking in veel gevallen onjuist is. Het ontbreken van een correcte kwalificatie kan gevolgen hebben voor een juiste verwerking van het bestrafte feit in de Justitiële Documentatie en daarmee bijvoorbeeld voor afgiften van verklaringen omtrent het gedrag. Volgens het rapport is een onjuiste kwalificatie binnen de werkstroom CVOM (‘Centrale Verwerking Openbaar Ministerie’) eerder regel dan uitzondering.

Dat is voor de 500ste editie van de Vaklunch helaas geen feestelijke boodschap. Gelukkig komt het rapport ook met enkele aanbevelingen voor het OM die ervoor moeten zorgen dat deze bij het opleggen van strafbeschikkingen zorgvuldiger te werk gaat. Zo worden concrete aanbevelingen gedaan ten aanzien van de omschrijving van de feiten, en wordt aanbevolen om een specifieke kwalificatie op te nemen in de strafbeschikking zelf. Wij hopen in ieder geval dat het OM deze aanbevelingen – net als de aanbevelingen in het vorige rapport – overneemt en eigen maakt.

Heb je hier vragen over of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met ons op via vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.

No Comments

Post a Comment