#446: Wanneer wordt witte was bont?

De relatie tussen de delicten witwassen en valsheid in geschrifte blijft voor interessante jurisprudentie zorgen. In welke situatie kan een vals geschrift als gronddelict voor witwassen kwalificeren en wanneer is het valse geschrift wellicht eerder een middel om de herkomst van de gelden te verhullen? Hierover schreven mr. An Klaasse en mr. Judith de Boer een uitgebreid artikel ‘Een onvervalst causaal verband?’ in Delict en Delikwent. Ook in Vaklunches #420 en #370 schreven wij over dit onderwerp. Een recent arrest van de Hoge Raad gaat ook over dit onderwerp en dit brengen wij in deze Vaklunch graag onder de aandacht.

De zaak lag als volgt. Het hof had vastgesteld dat de verdachte een fictief dienstverband was aangegaan met het enkele doel een wit salaris aan te kunnen tonen ten behoeve van het verkrijgen van een hypothecaire lening. Uit de bewijsmiddelen was echter naar voren gekomen dat geen sprake was een daadwerkelijk functionerend bedrijf, het zou een façade zijn. Bij de aanvraag voor een hypothecaire lening bij de bank is vervolgens gebruik gemaakt van valse salarisspecificaties en een valse werkgeversverklaring. De verdachte is door het hof veroordeeld voor het gebruik maken van deze valse geschriften richting de bank, maar tevens heeft het hof geoordeeld dat de salarisbetalingen die de verdachte heeft ontvangen afkomstig waren uit valsheid in geschrifte. De redenering die het hof hieraan ten grondslag legde is dat de betaling van dit salaris kennelijk samenhing met het beoogde gebruik van de valse geschriften. Als gevolg daarvan zou het salaris afkomstig zijn uit enig misdrijf hetgeen leidde tot een bewezenverklaring voor het medeplegen van (gewoonte)witwassen.

Onder meer tegen dit oordeel is cassatie ingesteld. De Hoge Raad overweegt (opnieuw) dat voorwerpen in beginsel slechts worden aangemerkt als ‘afkomstig uit enig misdrijf’ indien het misdrijf is gepleegd voorafgaand aan de witwashandelingen. Voorwerpen ‘met behulp waarvan’ een misdrijf is gepleegd zijn bovendien niet daardoor reeds afkomstig uit enig misdrijf.

De redenering van het hof is ons inziens ook moeilijk te volgen. Waarom zouden de salarisbetalingen an sich een criminele herkomst hebben gelet op het toekomstige gebruik van de salarisspecificaties? Om de salarisbetalingen zelf als zwart te bestempelen zal men toch terug moeten naar de kern. Door wie zijn deze gelden betaald en wat is de herkomst van deze gelden? Als er dan concrete aanknopingspunten zijn dat deze gelden een criminele herkomst hebben dan kunnen de valse geschriften er wellicht op duiden dat de criminele herkomst door middel van deze valse documenten is verhuld. Echter, het toekomstige gebruik van deze documenten maakt niet dat de salarisbetalingen zelf van kleur verschieten en plots een criminele herkomst hebben.

In dit soort zaken is het van belang voor de verdediging om goed in kaart te brengen wanneer wat heeft plaatsgevonden, omdat voor witwassen een temporeel en oorzakelijk verband nodig is tussen het gronddelict en de witwashandeling. Een en ander inzichtelijk maken door middel van een bijvoorbeeld een tijdlijn helpt om de diverse bestanddelen van het delict witwassen inzichtelijk te maken en te beoordelen of daadwerkelijk bewijs bestaat voor de diverse onderdelen van de delictsomschrijving.

Heb je vragen over het voorgaande of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met boezelman@hertoghsadvocaten.nl of boer@hertoghsadvocaten.nl.

No Comments

Post a Comment