#618: De transactie in glorie herrezen?

Onlangs heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant een zaak behandeld waarbij een verdachte en het Openbaar Ministerie (OM) er – zelfs ná het uitroepen van de zaak – in slaagden om tot een transactie te komen. Dit roept interessante vragen op over de mogelijkheden van buitengerechtelijke afdoening, wanneer de zaak al onder de rechter is. Daarnaast is deze kwestie een mooi voorbeeld van het blijvende belang van een transactie in strafzaken.

De zaak

In deze zaak ging het om een verdachte die, samen met een betrokken vennootschap, werd verweten dat hij zich had schuldig gemaakt aan een reeks strafbare feiten. Nadat de dagvaarding was uitgebracht, vond een regiezitting plaats en werden enkele getuigen gehoord. De zaak was dus al volop in behandeling bij de rechter. Toch gingen de verdediging en het OM alsnog met elkaar in gesprek over een buitengerechtelijke afdoening, wat resulteerde in een transactieaanbod. De verdachte moest onder meer een geldbedrag betalen en een taakstraf uitvoeren. Vervolgens vroeg de officier van justitie aan de rechtbank om het OM niet-ontvankelijk te verklaren in de verdere vervolging, omdat aan de transactievoorwaarden was voldaan.

De rechtbank honoreerde dat verzoek. Dat is bijzonder, want doorgaans wordt een transactie gesloten vóórdat een zaak bij de rechtbank aanhangig is. Een transactie voorkomt immers verdere vervolging. Maar wanneer een zaak eenmaal loopt en onder de rechter is, is daar in beginsel niks meer tegen te doen. Toch heeft de rechter hier geconcludeerd dat, doordat vrijwillig uitvoering is gegeven aan de transactievoorwaarden en het Openbaar Ministerie zijn eigen niet-ontvankelijkheid heeft gevraagd, het strafvorderlijk belang niet langer aanwezig was.

Transactie vs. procesafspraken

In de praktijk spelen zogeheten ‘procesafspraken’ tussen het OM en de verdediging een steeds belangrijkere rol in het strafproces. Hierbij kunnen partijen afspraken maken over het proces en/of over de strafmaat. De Hoge Raad heeft deze werkwijze inmiddels geaccepteerd, zolang daarbij de fundamenten van een eerlijk proces worden gewaarborgd.

De reden dat hier niet voor procesafspraken is gekozen, lijkt vooral te maken te hebben met het feit dat het arrest van de Hoge Raad over procesafspraken van latere datum is dan de transactie zelf.

Niettemin is er veel voor te zeggen om de transactie een rol te laten blijven spelen en deze soms boven procesafspraken te laten prevaleren. In sommige gevallen kan een transactie immers beter recht doen aan de specifieke situatie, zeker wanneer de schuldvraag niet eenduidig te beantwoorden is of als het bewijsmateriaal door tijdsverloop niet meer volledig beschikbaar is of betrouwbaar kan worden geacht.

Waarom kan transactie de voorkeur verdienen?

Een belangrijke reden om voor een transactie te kiezen is dat er géén schuldvaststelling plaatsvindt. Bij een onvolledig onderzoek of erg oude feiten, waarbij een goed onderzoek soms niet meer mogelijk is, kan dit de voorkeur genieten. Let’s agree to disagree is dan het adagium, wat beter kan passen bij een zaak die zich in een grijs gebied bevindt.

Daarnaast zijn de secundaire gevolgen van een strafzaak soms extreem groot. Denk bijvoorbeeld aan het niet meer kunnen verkrijgen van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG), discussies met banken of verzekeraars, of problemen bij het reizen naar bepaalde landen. Als die verstrekkende consequenties niet in verhouding staan tot de ernst en/of ouderdom van de feiten, kan een transactie een beter passende en efficiënte oplossing zijn.

Ook van toepassing op natuurlijke personen

Een interessant punt uit deze zaak is dat de directeur van een vennootschap een transactie sloot met het Openbaar Ministerie. Sommige officieren van justitie stellen zich weleens op het standpunt dat een transactie met een natuurlijke persoon (naast of los van een rechtspersoon) niet mogelijk of onwenselijk zou zijn. Deze uitspraak laat echter duidelijk zien dat het wel degelijk kan en ook in de praktijk wordt toegepast.

Conclusie

Deze zaak onderstreept het belang van flexibiliteit in het strafproces. De mogelijkheid om ook ná het uitroepen van de zaak tot een transactie te komen kan een passende, evenwichtige oplossing opleveren. Dit kan met name zinvol zijn in financiële en economische strafzaken, waarin een snelle, compenserende afdoening vaak effectiever is dan een maanden- of jarenlang proces. Bovendien blijkt hieruit dat een transactie met natuurlijke personen niet uitgesloten is en ook voor hen een reële optie kan zijn.

Heb je hier vragen over of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met ons op via vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.

No Comments

Post a Comment