#179: Zijn rechters nog altijd ongehoorzaam?

De Hoge Raad heeft een strenge en duidelijke lijn uitgezet als het gaat om het sanctioneren van vormverzuimen. Politie en justitie dienen zich gedurende het opsporingsonderzoek uiteraard te houden aan de regels zoals geformuleerd in het Wetboek van Strafvordering. Doen zij dat niet, dan kunnen dergelijke vormverzuimen consequenties hebben. Artikel 359a Sv vormt de grondslag om te bepalen of dan wel welk gevolg aan een vormverzuim moet worden verbonden. Een van die gevolgen is de sanctie van bewijsuitsluiting. Het is aan de verdediging om op basis van de criteria, zoals uiteengezet door de Hoge Raad, een dergelijke sanctie te bewerkstelligen. Vorig jaar werd een trend ontdekt waarbij rechters sneller gevolgen verbonden aan vormverzuimen dan wellicht was bedoeld door de Hoge Raad. Is deze trend nog steeds waarneembaar?LEES VERDER

#156: Een stap vooruit, twee stappen terug?

In #114 schreven wij al over het – spraakmakende – arrest van Hof Arnhem-Leeuwarden van 22 april 2015 waarin is geoordeeld dat de doorzoeking van een smartphone, die op basis van artikel 94 Sv door een opsporingsambtenaar in beslag was genomen, een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek is in de zin van artikel 359a Sv. De reden daarvan was dat de technische ontwikkelingen, volgens het hof, met zich brachten dat er niet alleen toegang werd verkregen tot verkeersgegevens maar ook tot inhoud van communicatie en de privé informatie van de gebruiker van de smartphone. En dit allemaal zónder enige vorm van voorafgaande beoordeling van de subsidiariteit en proportionaliteit van de bevoegdheid door een rechter.LEES VERDER

#155: Geachte rechters van Nederland

Ons oog bleef haken aan een arrest van de Hoge Raad van 23 februari 2016. Hoewel deze zaak door de Hoge Raad is afgedaan met artikel 81 RO vinden wij het toch belangrijk om dit arrest onder de aandacht te brengen. Wij juichen het namelijk toe dat de maker van het middel (nog) opkomt tegen de gebrekkige strafmotivering van het hof. In Nederland bestaan nauwelijks straftoemetingsregels. Dit zorgt ervoor dat de feitenrechter grote vrijheid toekomt bij de straftoemeting en een straf alleen maar controleerbaar is door de Hoge Raad indien deze goed gemotiveerd is. Aan een goede en logische motivering ontbreekt het echter veelal.LEES VERDER

#148: Het ambtsedig proces-verbaal is (mis)leidend

Het Wetboek van Strafvordering kent een hoge bewijswaarde toe aan ambtsedige processen-verbaal. Recente jurisprudentie roept de vraag op of deze hogere bewijswaarde wel gerechtvaardigd is. Uit de jurisprudentie volgt dat de processen-verbaal nogal eens als misleidend worden gekwalificeerd. Althans, dat niet zonder meer de juistheid van die processen-verbaal kan worden aangenomen. En daar zijn in die gevallen veelal ook goede redenen voor. Hierover schreven we onder meer al in de artikelen #12, #43, #99 en #132. Indien in het strafrechtelijk vooronderzoek regels niet zijn nageleefd kan dit op basis van artikel 359a Sv tot de volgende consequenties leiden: de enkele constatering van het vormverzuim, strafvermindering of uitsluiting van het bewijs. In uitzonderlijke gevallen is er ruimte voor niet-ontvankelijk verklaring van het Openbaar Ministerie. Maar welke consequentie is nu passend indien blijkt dat sprake is van een misleidend proces-verbaal van een opsporingsambtenaar? Is de enkele constatering dat iets niet goed is gegaan voldoende? Of is niet-ontvankelijkheid het gewenste signaal om ervoor te zorgen dat dergelijke fouten niet meer zullen worden gemaakt?LEES VERDER

#140: Doelbewuste fouten

Het recht van de verdachte op een eerlijk proces is een van de belangrijkste uitgangspunten van het strafrecht. En dat proces vindt niet alleen ter zitting plaats. In Nederland is het opsporingsonderzoek misschien wel net zo belangrijk. Gezien de plannen voor de modernisering van het wetboek van strafvordering zal de focus nog meer op het onderzoek dat vooraf gaat aan de zitting komen te liggen. Het naleven van de spelregels in die fase van een strafzaak zijn van groot belang om te kunnen spreken van een eerlijk proces. Indien de spelregels in het opsporingsonderzoek niet worden nageleefd dan kan bewijs worden uitgesloten, strafvermindering worden toegepast en onder omstandigheden kan het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk worden verklaard.LEES VERDER

#114: Het hele privéleven staat op een smartphone

De opsporingsbevoegdheden van de overheid zijn omvangrijk en daarvan wordt veelvuldig gebruik gemaakt. Het tappen van telefoongesprekken, de inbeslagname van voorwerpen en het doorzoeken van plaatsen lijkt de gewoonste zaak van de wereld. Er is niet veel meer veilig voor de ogen van ‘big brother’. In hoeverre zijn privégegevens nog privé? Deze vraag wordt – gelet op de digitalisering van de maatschappij – steeds belangrijker. De tijden van papieren boodschappenlijstjes en handgeschreven brieven zijn voorbij. En hoewel de betrokkenen in veel gevallen niets te verbergen hebben, is het de vraag of de privacy van de betrokkenen in voorkomende gevallen ten onrechte wordt geschaad. In dat kader wees Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden onlangs een interessant arrest.LEES VERDER

#110: Hoe structureel wil je vormverzuimen hebben?

Iedere Nederlander wordt geacht de wet te kennen en de wet na te leven. Maar hoe staat het met de degenen die controleren of wij dat ook doen? Onlangs bood kersverse minister van justitie Van der Steur het rapport getiteld ‘parate kennis bevoegdheden politie’ aan de Voorzitter van de Tweede Kamer aan. Het rapport gaat in op de politieambtenaren die het dagelijks contact met de bevolking hebben. De conclusie is dat er winst te boeken is op het niveau van de parate kennis ten aanzien van staande houden en aanhouden, onderzoek aan de kleding en aan het lichaam, binnentreden, doorzoeken, in beslag nemen en identiteitsonderzoek. Verwijt de pot de ketel dat hij zwart ziet?LEES VERDER

#109: De opkomst van beginselen

Het geluid ‘vroeger was alles beter’ hoort u weleens vanuit de advocatuur. In de tijd waar vormverzuimen floreerden, had men nog mooie verhalen aan de borreltafel. Nu is een omslag merkbaar en moeten advocaten andere kansen grijpen. Deze kansen liggen bijvoorbeeld in het materiële strafrecht. De Hoge Raad ziet nu streng toe op de bewijsmotivering van bijvoorbeeld opzet en medeplegen. Maar waar de Hoge Raad zaak na zaak casseert omdat de feitenrechters het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk hebben verklaard vanwege vormverzuimen op grond van artikel 359a Sv, lijken de feitenrechters oog te houden voor dit verschijnsel. Ons inziens terecht. Immers bestaat er tot op heden geen enkel ander mechanisme waardoor vormverzuimen in toom worden gehouden. Daarnaast komt de straffeloosheid van vormverzuimen de rechtstaat niet ten goede. Aangezien de motiveringseisen van artikel 359a Sv dusdanig hoog liggen, is een andere trend waarneembaar: beginselen.LEES VERDER

#106: Sla je slag

Stel, de strafrechter oordeelt dat bewijs dat door het Openbaar Ministerie is verzameld onrechtmatig is verkregen. Dat materiaal moet worden uitgesloten van het bewijs waardoor bij gebrek aan ander bewijsmateriaal een vrijspraak volgt. Eind goed, al goed. Maar in de fiscale procedure gebruikt de Inspecteur hetzelfde materiaal voor navorderingsaanslagen en eventuele bestuurlijke boetes. Dat is de wereld op z’n kop, toch?LEES VERDER

#099: Een stukje rechterlijke ongehoorzaamheid?

In artikel #80 besteedden wij reeds aandacht aan een trend die waarneembaar is, waarin de Hoge Raad streng toeziet op het niet-ontvankelijk verklaren van het Openbaar Ministerie en feitenrechters daarentegen streng toezien op het handelen van het Openbaar Ministerie met al dan niet niet-ontvankelijkheid tot gevolg. Ook deze week kwamen wij een recent gepubliceerde uitspraak van een politierechter tegen waarin het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk werd verklaard.LEES VERDER

Loading new posts...
No more posts