#504: Sepotcode *error*

“OM maakt veel fouten bij geseponeerde strafzaken”, en “OM blijft in de fout gaan”, zo kopten NOS en NRC afgelopen vrijdag. Aanleiding is een brief van de Nationale ombudsman aan het Openbaar Ministerie waarin hij wijst op de vele tekortkomingen van het OM bij het nemen van sepotbeslissingen. Het gaat met name om de door het OM gekozen sepotcodes, waarover wij ook al schreven in Vaklunch #491. Als een verdachte het niet eens is met de gekozen sepotcode kan hij een klachtenprocedure starten. Nu het aantal onvoorwaardelijk geseponeerde strafzaken aanzienlijk is – 57.700 in 2021 – en dat aantal naar verwachting alleen maar verder zal toenemen, wordt deze klachtenprocedure steeds belangrijker. Volgens de ombudsman laat de procedure echter veel te wensen over.

De sepotcode lijkt op het eerste gezicht misschien een onbelangrijke formaliteit. De verdachte is immers van de vervolging af. Het tegendeel is echter waar. De sepotcode geeft namelijk de grond weer waarop het OM heeft besloten de vervolging niet door te zetten. Daarbij kan het OM kiezen voor een beleidssepot of een technisch sepot. In het eerste geval ziet het OM af van vervolging om beleidsmatige redenen (bijvoorbeeld omdat sprake is van een oud feit). Bij een technisch sepot is er te weinig bewijs voor het strafbare feit. Binnen een gerechtelijke procedure is dan maar één uitkomst mogelijk: een vrijspraak. Maar de officier van justitie heeft twee opties om de zaak te seponeren: ‘onvoldoende bewijs’ (sepotcode 02) of ‘de persoon is onterecht als verdachte aangemerkt’ (sepotcode 01). In dat laatste geval wordt de onschuld van de verdachte bevestigd. Een bijkomend voordeel is dat geen vermelding wordt gemaakt op de justitiële documentatie. Dat geldt wel voor nagenoeg alle overige sepotcodes. Die blijven in geval van een misdrijf minimaal 20 jaar zichtbaar. In de praktijk blijkt dat dit aanleiding is voor vragen van bijvoorbeeld banken wanneer een gewezen verdachte krediet wil aanvragen. Ook kan zo’n vermelding op de justitiële documentatie ertoe leiden dat niet zonder meer een VOG wordt verstrekt. Het is dus logisch dat gewezen verdachten maar één sepotcode wensen: sepotcode 01.

Helaas is het OM daar niet scheutig mee. Gelukkig kan de gewezen verdachte die het niet eens is met de gekozen sepotcode via hoofdstuk 9 van de Awb een klacht indienen bij de hoofdofficier van justitie. Het uitgangspunt van deze klachtenprocedure is dat de beslissing omtrent de sepotcode in zijn geheel opnieuw wordt bekeken. Is de verdachte het daarna ook niet eens met de beslissing van de hoofdofficier, dan rest alleen nog de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de Nationale ombudsman. De ombudsman beoordeelt dan met name de besluitvorming door het OM, waarbij de motivering van het OM voor de gekozen sepotcode centraal staat. De ombudsman heeft deze klachten de afgelopen jaren kritisch gevolgd, en is niet te spreken over het resultaat. Zijn kritiek heeft hij in een brief kenbaar gemaakt aan het College van procureurs-generaal van het OM.

De ombudsman constateert dat in nagenoeg alle klachten die hij krijgt onvoldoende of zelfs helemaal niet wordt onderbouwd waarom een sepotcode niet wordt aangepast na een klacht bij de hoofdofficier van justitie. Dat baseert de ombudsman op een aantal voorbeelden.

Zo noemt hij in de eerste plaats een voorbeeld waarin een gewezen verdachte werd vervolgd voor mishandeling van zijn vrouw. De officier van justitie seponeerde de zaak met code 02. De gewezen verdachte diende daartegen een klacht in, helaas zonder succes hoewel de officier van justitie in reactie op de klacht concludeerde dat “het feit achteraf bezien nimmer gekwalificeerd [had] kunnen worden als zijnde een strafbare mishandeling”. Dit leidt volgens de ombudsman tot de conclusie dat het standpunt van de hoofdofficier onvoldoende en in strijd met artikel 9:16 Awb is gemotiveerd. Wat ons betreft zeer terecht. Want als het dossier geen aanknopingspunten biedt dat de verdachte een strafbaar feit heeft begaan, hoort sepotcode 01 de logische keuze te zijn. Daarnaast noemt de ombudsman dat de gewezen verdachte te vaak ten onrechte niet wordt gehoord in het kader van de klachtenprocedure. Tot slot bekruipt de ombudsman ook nog de indruk dat het OM in klachtenprocedures vooral probeert zijn eerdere beslissingen in stand te laten. Er lijkt volgens hem dan geen ruimte te zijn voor een nieuwe beoordeling, ook niet wanneer de verdachte met een goed onderbouwde klacht komt die daartoe wel aanleiding geeft, zoals in bovengenoemd voorbeeld het geval was. Dit gebrek aan reflectie is zorgelijk. Vanuit het oogpunt van de zorgplicht ex art. 9:2 Awb en de onpartijdige klachtbehandelaar ex art. 9:7 Awb, dient de klachtenprocedure onzes inziens als uitgangspunt te hebben dat de keuze voor de sepotcode in zijn geheel opnieuw wordt bekeken.

Wij onderschrijven, samen met de ombudsman, het belang van een zorgvuldige klachtenprocedure inzake de sepotcodekeuze. Het zou daarom op zijn plaats zijn om in een klachtenprocedure de sepotcodekeuze in zijn geheel opnieuw te bekijken. Voor gewezen verdachten zijn de gevolgen van de door de ombudsman geconstateerde gebreken hierbij simpelweg te groot. Een onjuiste sepotcode heeft namelijk te grote gevolgen voor de gewezen verdachte. Wij hopen dan ook dat het OM deze brief van de ombudsman ter harte neemt en de nodige veranderingen doorvoert om een zorgvuldige klachtenprocedure te garanderen.

Heb je hier vragen over of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met ons op via vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.

No Comments

Post a Comment