#042: Nu (r)echt (op) een advocaat bij politieverhoor?

In week 26 schreven wij over het protocol raadsman bij politieverhoor. Deze ‘best practice’ beoogt aan te geven door welke uitgangspunten de raadsman zich moet laten leiden bij de wijze waarop hij zijn rol tijdens een (politie)verhoor concreet invult. Ook besteedden wij toen aandacht aan de EU-regelgeving ten aanzien van deze kwestie. Inmiddels is op 22 oktober 2013 door de Europese Unie een richtlijn aangenomen waarin expliciet het recht van de verdachte op rechtsbijstand tijdens het politieverhoor is opgenomen. In verscheidene lidstaten hebben de hoogste rechterlijke instanties reeds bepaald dat de advocaat moet worden toegelaten tot het politieverhoor op basis van de Salduz-jurisprudentie; onze zuiderburen hebben dat inmiddels zelfs wettelijk ingevoerd. Nederland heeft als één van de laatste EU-lidstaten dit recht niet gerealiseerd. Dat Nederland terughoudend is met het implementeren van Straatsburgse rechtspraak is geen geheim. Als het aan de kersverse advocaat-generaal Taru Spronken ligt dan komt daar op korte termijn verandering in.

Spronken heeft de Hoge Raad op 26 november 2013 – onder meer – geadviseerd te bepalen dat de verdachte recht heeft op bijstand van een raadsman tijdens het politieverhoor. Deze zaak draait om een Amerikaanse piloot die verdacht werd van het in het bezit hebben van een vervalst paspoort. Hoewel hij tijdens het politieverhoor heeft verzocht om bijstand van een advocaat kreeg hij dat niet. Het Hof constateerde ten aanzien van deze kwestie i) dat aannemelijk is geworden dat de verdachte, ii) nadat hem de cautie was gegeven en iii) nadat hem was medegedeeld dat hij recht op aanwezigheid van een raadsman bij het verhoor en iv) nadat deze raadsman op 18 maart 2008 omstreeks 9 uur was uitgenodigd bij het verhoor van verdachte omstreeks 12.30 uur aanwezig te zijn v) de raadsman niet is verschenen. Dit is aan de verdachte medegedeeld, waarbij volgens het Hof niet aannemelijk is geworden dat een verzoek tot uitstel van het verhoor door de verdachte of door verdediging is gedaan. Het Hof concludeert dat de voor de verdachte afgelegde verklaring vrijwillig is geweest en dat niet is gehandeld in strijd met enig recht van verdachte. De verklaring kan dus als bewijs worden gebruikt.

Echter, waar het Hof aan voorbij gaat is dat het dossier ook laat zien dat de verdachte herhaaldelijk heeft aangegeven gebruik te willen maken van zijn recht een advocaat te consulteren. Uit de overweging van het Hof blijkt niet dat is onderzocht of aan de verdachte daadwerkelijk de gelegenheid is geboden voorafgaand aan zijn eerste verhoor een raadsman te consulteren. Volgens vaste jurisprudentie dient de rechter dit te onderzoeken indien een daartoe strekkend verweer wordt gevoerd. Nu het Hof dit onderzoek niet heeft gedaan, dient het middel volgens Spronken in zoverre al tot cassatie te leiden.

Maar daar laat Spronken het niet bij. Zij komt vervolgens toe aan de vraag of het recht op een advocaat tijdens het politieverhoor gelet op de recente ontwikkelingen door de Hoge Raad dient te worden aangenomen. De Hoge Raad heeft tot op heden bepaald dat dit recht uit de Salduz-jurisprudentie niet kan worden ontleend , maar slechts het recht om voorafgaand aan het verhoor een advocaat te consulteren. Spronken meent echter dat de Hoge Raad dit uitgangspunt zou moeten herzien. Het EHRM heeft in de zaak Navone e.a. tegen Monaco van 24 oktober 2013  namelijk expliciet bepaald dat de verdachte naast consultatie, óók recht moet hebben op bijstand tijdens het verhoor. Het EHRM overwoog in die zaak dat artikel 6 EVRM was geschonden nu kon worden vastgesteld dat de verdachte(n) werden onthouden van bijstand van een raadsman tijdens hun verhoor.

Ons inziens kan de Hoge Raad niet om dit arrest en de conclusie van Spronken heen. Wat denken jullie? Zal onze hoogste rechterlijke instantie deze uitspraak aangrijpen om onze jurisprudentie Straatsburg-proof te maken?

1 Comment

Post a Comment