#603: Maatwerk in belastingfraudezaken

In een recente uitspraak van rechtbank Overijssel zien we een strafrechter die met oog voor de omstandigheden maatwerk levert bij het opleggen van een straf in een belastingfraudezaak. Het vonnis laat zien hoe een zorgvuldige afweging van factoren kan leiden tot een passende afdoening. Het geleverde maatwerk roept de vraag op of de belastingrechter bij het opleggen van bestuurlijke boetes meer een voorbeeld zou moeten nemen aan de strafrechter en er meer maatwerk nodig is in belastingfraudezaken.

De zaak in vogelvlucht

De zaak draaide om een uitzend- en detacheringsbureau dat werd verweten onjuiste aangiften loonbelasting te hebben gedaan over de jaren 2017, 2018 en 2019. In die aangiften zou structureel een lager aantal gewerkte uren van werknemers zijn opgegeven dan daadwerkelijk was gewerkt. Daarnaast werd de verdachte verweten dat zij bij het indienen van de aangiften geen rekening had gehouden met het verplichte standaard DGA-salaris op grond van de regeling gebruikelijk loon. Aan deze aangiften lagen onjuiste urenoverzichten en valse facturen ten grondslag. De rechtbank had weinig woorden nodig om tot een bewezenverklaring te komen, maar onze aandacht ging vooral uit naar de strafmotivering.

Maatwerk

De rechtbank overwoog dat het fiscale nadeel volgens de FIOD een bedrag van € 180.000 bedroeg en legde een boete van € 30.000 op. Vier overwegingen speelden daarbij een sleutelrol:

  1. de rechtbank kon niet uitsluiten dat het belastingnadeel lager zou zijn geweest, aangezien was gerekend met een standaard DGA-loon;
  2. de verdachte was een first offender zonder strafblad;
  3. er was geen sprake van recidive sinds 2020;
  4. de verdachte had openheid van zaken gegeven.

De rechtbank erkende de ernst van de feiten, maar nam voorgenoemde strafverlagende omstandigheden in aanmerking bij het bepalen van een passende straf.

Hoe werkt de belastingrechter?

In het belastingrecht worden bestuurlijke boetes doorgaans berekend op basis van een percentage van het fiscale nadeel. Vervolgens wordt gekeken naar eventuele strafverlagende omstandigheden, maar dit leidt vaak slechts tot een korting op het percentage. Het feit dat er geen sprake is van recidive, dat openheid van zaken is gegeven en dat sprake is van een first offender speelt in de fiscale praktijk een wat ons betreft te beperkte rol.

De strafrechtelijke aanpak, zoals geïllustreerd in deze uitspraak, laat zien hoe een meer genuanceerde benadering recht kan doen aan individuele omstandigheden. Het gegoochel met percentages in de fiscale boetepraktijk biedt soms niet het benodigde maatwerk.

Het gegeven dat iemand voor het eerst in de fout gaat, zijn leven heeft gebeterd en openheid van zaken geeft, zou wat ons betreft een grotere rol moeten spelen bij het bepalen van de hoogte van een eventuele boete in het fiscale recht. Enkel door maatwerk te leveren kan gesproken worden van een passende afdoening.

Heb je hier vragen over of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met ons op via vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.

No Comments

Post a Comment