#228: Roerige inkeer tijden
Het blijft roerig rondom de vraag of de mogelijkheid moet bestaan in te keren voor in het verleden niet aangegeven inkomsten en vermogen. De afgelopen jaren waren de ontwikkelingen in het Nederlandse inkeerbeleid waarover wij in vaklunch #29 al schreven voor velen reden om van de inkeermogelijkheid gebruik te maken. Wiebes voert de druk voor de achterblijvers nog een beetje op door op 12 juli 2017 aan te kondigen dat hij de daad bij het woord voegt en de inkeerregeling zal vervallen vanaf 2018. Maar zal het wel zo’n vaart lopen? Daar lijkt het niet op. Uit de tekst van de aankondiging blijkt namelijk dat Wiebes het boetevrij inkeren binnen twee jaar na het indienen van de onjuiste aangifte wil afschaffen. Dat betekent overigens niet dat nadat is ingekeerd boetes voor alle navorderbare belastingjaren te pas en te onpas kunnen worden opgelegd. Rechtbank Gelderland is daar helder over; het recent ingevoerde zwaardere boeteregime van de Belastingdienst heeft geen terugwerkende kracht.
Wiebes liet de Tweede Kamer op 12 juli 2017 weten dat hij het voorstel tot afschaffing van de inkeerregeling zal opnemen in het Belastingplan 2018. Op 17 januari 2017 kondigde Wiebes al aan dat hij de inkeerregeling wenst af te schaffen. Hij schreef destijds: ‘Nu wordt aan de belastingplichtige die binnen twee jaar na het indienen van een onjuiste of onvolledige aangifte alsnog een juiste aangifte doet, geen vergrijpboete opgelegd. Met de afschaffing van de inkeerregeling komt aan deze situatie een einde.’ Uit het bericht van 12 juli 2017 kan niet worden opgemaakt dat Wiebes de fiscale inkeerregeling op zich wil afschaffen. Over strafrechtelijke inkeer wordt verder niet gerept in het bericht. Lijkt Wiebes het belang van het behoud van de inkeer teneinde strafvervolging te voorkomen te erkennen net als mr. Kerckhoffs en mr. Perdaems?
De aankondiging van Wiebes dat de inkeerregeling wordt afgeschaft blijkt ‘enkel’ te zien op het boeteregime dat van toepassing is op inkeer binnen twee jaar. Op basis van artikel 67n AWR kunnen belastingplichtigen namelijk boetevrij inkeren binnen twee jaar nadat opzettelijk een onjuiste aangifte is ingediend. Het door Wiebes aangekondigde voorstel houdt in dat ook indien binnen twee jaar nadat opzettelijk een onjuiste aangifte is ingediend het normale boeteregime van toepassing is. Met ingang van 1 juli 2016 had Wiebes de boete bij inkeer al verhoogd naar 120%.
Het boetevrij inkeren voor de jaren waarin de Belastingdienst kan navorderen kan sinds 2010 niet meer boetevrij. De aanscherping van het boeteregime sindsdien, de mogelijkheid vanaf september 2013 weer boetevrij in te keren en de daarop volgende aanscherping van het regime vanaf 1 juli 2014 maken dat het voor procespartijen niet altijd duidelijk blijkt hoe om te gaan met het voormalig boetevrije regime. Daarover heeft Rechtbank Gelderland in de uitspraak van 14 juli 2017 helderheid gegeven. Het nieuwe – strenge – boeteregime is niet van toepassing op aangiften die zijn gedaan voor 1 januari 2010, omdat geen zwaardere straf mag worden opgelegd dan ten tijde van het plegen van het strafbaar feit van toepassing was. Als het aan de Rechtbank ligt kan dus keen boete worden opgelegd voor opzettelijk onjuiste aangiften die voor 1 januari 2010 zijn gedaan en waarvoor de belastingplichtige nu inkeert. Een andersluidend oordeel is volgens de Rechtbank in strijd met het legaliteitsbeginsel. Ons inziens is dat de enige juiste beslissing.
Heb je vragen of wil je van gedachten wisselen over het voorgaande neem dan contact met ons op via boezelman@hertoghsadvocaten.nl of boer@hertoghsadvocaten.nl.
Janssen
26 juli 2017 at 11:10Het blijft vreemd dat als men zijn inkomen en/of vermogen niet juist / volledig aangeeft of aan heeft gegeven dat daar een soepele regeling voor moet zijn.
Wel genieten van de voorzieningen in Nederland maar er niet aan mee willen betalen, moet je niet willen.
Mensen zetten niet per ongeluk geld op een bankrekening in Luxemburg, daar is bewust over nagedacht.
Als de belastingdienst daar dan achter komt lijkt het mij vrij normaal dat daar een boete en rentevergoeding bij hoort.
Mensen die hun aangifte niet juist en volledig hebben gedaan moeten niet “voordeliger” worden behandeld dan mensen die hun aangiften wel juist en volledig hebben gedaan.