#606: De strafmaat op de weegschaal

“Het recht is de kunst van het goede en het billijke.” – Ulpianus

Straffen is nooit eenvoudig. Het is balanceren tussen de regels van de wet en de nuances van het leven. De vernieuwde Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken, die recent van kracht zijn, bieden rechters een hernieuwde leidraad met als doel rechtseenheid. Maar zoals een kompas geen kaart vervangt, kan een richtlijn geen recht doen aan de complexiteit van een individuele zaak.

Want wat is rechtvaardigheid, anders dan maatwerk? Een standaardantwoord op een unieke situatie kan nooit de diepte van menselijk gedrag en de omstandigheden daarachter omvatten. Richtlijnen zijn wellicht nodig om enige consistentie te waarborgen, maar ze mogen niet leidend worden als ze het verhaal van de verdachte, het slachtoffer en de context onvoldoende ruimte geven.

In fraudezaken, waar de gevolgen vaak groot en abstract lijken, is die nuance essentieel. Een zaak uitgedrukt in cijfers vertelt bij uitstek niet het hele verhaal. Het geeft bijvoorbeeld geen inzicht in de duidelijkheid van de wet of hoe grijs een gebied is – of wellicht was. Of welke technologische ontwikkelingen er gaande waren, om maar iets te noemen. De tijd, de plaats en de context mag niet worden onderschat. Het is aan de rechter om verder te kijken dan een tabel, om de kunst van het goede en billijke te beoefenen.

In de inleiding van de oriëntatiepunten worden de relevante omstandigheden van elke zaak wel benoemd, maar daartegenover wordt het belang van rechtseenheid benadrukt. Hoewel de oriëntatiepunten geen harde normen zijn, worden ze wel als uitgangspunten beschouwd.

Wat bieden de oriëntatiepunten voor fraudezaken?

Met fraude worden diverse delicten bedoeld, zoals oplichting, belastingfraude, valsheid in geschrifte of witwassen in een frauduleuze context. Bij het bepalen van straffen in fraudezaken wordt het benadelingsbedrag, oftewel het financiële nadeel dat door de fraude is veroorzaakt, als het uitgangspunt gehanteerd.

Hoewel de opmaak van de tabel met betrekking tot fraude is aangepast, zijn de straffen die gekoppeld zijn aan de benadelingsbedragen ongewijzigd gebleven ten opzichte van de voorgaande oriëntatiepunten. Dit betekent dat de bestaande uitgangspunten voor de verschillende categorieën van benadelingsbedragen blijven gelden.

Maar wat betekent een benadelingsbedrag eigenlijk? Is een benadelingsbedrag niet relatief? Is een bedrag niet meer voor de één dan voor de ander? En is het werkelijk een gerechtvaardigd uitgangspunt om op basis daarvan een straf te bepalen?

Hoe rechtvaardig is het om een cijfer als uitgangspunt te nemen? Geld is immers niet meer dan een meetinstrument, en het zegt weinig over de daadwerkelijke impact van een daad of het daadwerkelijke nadeel. Het ene bedrag is voor de één meer dan voor de ander. Is het niet te simpel gedacht om een getal een uitgangspunt voor een straf te laten zijn?

Het gevaar is dat geld als maatstaf leidt tot simplificatie. Rechtvaardigheid vraagt echter om zoveel meer dan een financiële optelsom. Het is aan de rechter om niet alleen te kijken naar het absolute bedrag, maar ook naar de menselijke en maatschappelijke dimensies die achter de cijfers schuilgaan, de tijdsgeest en het relatieve karakter van een getal. Alleen zo kan de straf maatwerk worden en recht doen aan de kunst van het goede en het billijke.

De herziening van de oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken benadrukt het streven naar een consistente en transparante straftoemeting in Nederland. Dat is waardevol, maar het recht mag nooit verworden tot een tabel of een formule. Wat onzes inziens meer recht doet aan eenheid, is een goed onderbouwde uitleg waarom iemand een straf verdient, in combinatie met wat die straf daadwerkelijk oplevert in een specifiek geval. Want ook daar zou meer oog voor moeten zijn.

Heb je vragen over het voorgaande of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op met ons op via vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.

No Comments

Post a Comment