#164: Recht op antwoord?

In de Nederlandse strafpraktijk krijgt de verdediging pas in een zeer laat stadium de gelegenheid om onderzoek te doen. Angstvallig wordt de verdediging weg gehouden bij de getuigenverhoren in de onderzoeksfase. De gevolgen daarvan zijn immens. De verdediging kan op deze manier geen controle uitoefenen op de verhoren, de vraagstelling of zelf aanvullende vragen stellen. En dit is nodig want het geheugen dwaalt. Zodra je een herinnering vertelt, ben je de oorspronkelijke herinnering kwijt en komt hetgeen je hebt verteld in de plaats voor je oorspronkelijke herinnering. Je kan het vergelijken met een foto. De kleuren en de sfeer op de foto verdringen de herinnering, soms in het positieve en soms in het negatieve. De factor tijd heeft bovendien een grote invloed op het geheugen. Het is dus van belang dat de verdediging in zo een vroeg mogelijk stadium wordt betrokken bij getuigenverhoren. In een recent arrest van de Hoge Raad vraagt de verdediging de aandacht voor het feit dat het onmogelijk is om de verdedigingsrechten uit te oefenen als de getuigen door tijdsverloop simpelweg geen herinnering meer hebben aan hetgeen zou zijn voorgevallen.LEES VERDER

#142: Voorbereiding of beïnvloeding?

De verklaringsvrijheid van getuigen is van groot belang in het strafproces. Getuigen kunnen immers bijdragen aan de waarheidsvinding die centraal staat (of moet staan). Beïnvloeding van getuigen is dan ook uit den boze en zelfs strafbaar gesteld in artikel 285a wetboek van strafrecht. Dit betekent uiteraard niet dat de verdediging geen contact mag hebben met getuigen. Sterker nog, het is zelfs de taak van de verdediging te verifiëren of een potentiële getuige ontlastend kan verklaren. De gedragsregels staan ook toe dat de verdediging contact heeft met getuigen die zij zelf wenst op te roepen alsmede met getuigen die in een bijzondere relatie tot de cliënt staat. Kesteloo schreef hierover in Delikt en Delinkwent al eens een lezenswaardig artikel.[1] Contact met de getuige is dus – ook voor de verdediging – toegestaan. Maar wanneer is de grens van strafbare beïnvloeding van de getuige bereikt?LEES VERDER

#139: Pragmatisme versus de wet

Het is in de praktijk inmiddels bijna standaard dat de rechter-commissaris aan de verdediging en de officier van justitie, voorafgaand aan een getuigenverhoor, verzoekt een lijst met vragen aan de getuige toe te sturen. De redenen hiervoor zijn met name praktisch van aard. Zo weet de rechter-commissaris immers welke vragen aan de orde zullen komen. Veelal wordt verzocht om een Word-bestand waarin de vragen staan genoteerd zodat de griffier alvast de vragen kan copy-pasten in het proces-verbaal. Ook kan de rechter-commissaris op die manier een tijdsplanning maken en bekijken of de vragen relevant zijn. Deze praktijk wordt ook bevestigd door een arrest van de Hoge Raad van 1 september 2015. Maar (dit) pragmatisme staat gelukkig niet boven de wet.LEES VERDER

#138: Vergeten is menselijk

Een verdachten- en getuigenverhoor zijn misschien wel de meest tot de verbeelding sprekende onderdelen van het strafproces. In menig film en TV serie wordt de spanning opgevoerd met scènes waarin een verdachte of een getuige stevig aan de tand wordt gevoeld door de rechercheur die het mysterie moet oplossen of door de schurk die staatsgeheime informatie probeert los te peuteren. En als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. De verhoortechnieken van Jack Bauer (24), John Luther (Luther) en Le Chiffre (Casino Royale) trekken volle zalen, maar zijn niet representatief voor onze dagelijkse praktijk. De verhoren in ons strafproces gaan er een stuk ‘geciviliseerder’ aan toe. Toch is de betrouwbaarheid van een verklaring ook in ons rechtssysteem geen gegeven. Dat zal in ieder geval steeds weer moeten worden afgewogen.LEES VERDER

#113: De tipgeversaffaire, the story continues

In artikel #95 schreven wij reeds over het feit dat twee getuigen in de tipgeverszaak cassatie hadden ingesteld tegen het oordeel van het Hof dat aan hen geen beroep op het verschoningsrecht toekwam en derhalve moesten verklaren. Het draait in deze zaak om twee belastingambtenaren die in de zogenaamde tipgeversaffaire de naam van de tipgever weigeren prijs te geven. Deze weigering om te voldoen aan het oordeel van het Hof is ‘opgelegd’ van hoger hand wat zelfs heeft geleid tot een aangifte van het Hof tegen het Ministerie van Financiën wegens beïnvloeding van getuigen. Los van deze sensatiemakende affaire levert dit cassatieberoep eveneens een interessante rechtsvraag op. Kan een getuige tegen een dergelijke (tussen)beslissing van het Gerechtshof een rechtsmiddel instellen?LEES VERDER

#105: De FIOD, wat nu?

De meeste bedrijven zullen nooit te maken krijgen met een FIOD-inval. Komt de FIOD echter wel op bezoek, dan hebben sommige bedrijven nog wel ergens een stoffig protocol met ‘Een FIOD-inval, wat nu?’ liggen, maar op het moment suprême weet niemand wat te doen. De FIOD maakt hier handig gebruik van door gedurende zo’n inval (of nadien) uitgebreid vragen te stellen aan werknemers over de verdachte rechtspersoon. Wij menen echter dat aan werknemers van een verdachte rechtspersoon een zwijgrecht toekomt. Of dat de werknemer tenminste op zijn rechten moet worden gewezen als getuige.LEES VERDER

#097: Pulp Fiction?

Op de wijze van verbaliseren van verdachten- en getuigenverhoren is het nodige aan te merken. Dit is op zichzelf niets nieuws. Niettemin bevestigen de bevindingen van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) en de Universiteit Leiden dat processen-verbaal van de politie bijzonder beperkt worden weergegeven en laten zien hoe ernstig het is gesteld met de processen-verbaal. Voor dit onderzoek zijn 55 verdachtenverhoren bij de politie geanalyseerd. Deze verhoren zijn ook audiovisueel vastgelegd om te verifiëren welke informatie wel en welke informatie niet in het proces-verbaal terecht is gekomen. Geconcludeerd is dat de hoofdvragen van een verhoor meestal wél worden weergegeven, meer specifiek 63%(!) ervan. Van de vervolgvragen en de antwoorden die zijn gegeven wordt slechts een kwart opgenomen in het proces-verbaal. Kan het huidige proces-verbaal van een verhoor nog wel bijdragen aan de waarheidsvinding in strafzaken? Zijn de processen-verbaal überhaupt als een weergave van de waarheid aan te merken of is het niet meer dan fictie?LEES VERDER

#095: Cassatieberoep in de tipgeversaffaire

Het zal jullie niet zijn ontgaan; het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 11 november 2014 aangifte gedaan tegen het Ministerie van Financiën wegens het kennelijk beïnvloeden van getuigen. In de vakliteratuur is hier veel aandacht aan besteed, maar ook Nieuwsuur besteedde aandacht aan deze aangifte. Het draait allemaal om twee belastingambtenaren die in de zogenaamde tipgeversaffaire de naam van de tipgever weigeren prijs te geven. De inhoudelijk kant van de zaak heeft al op de nodige aandacht mogen rekenen, maar in deze zaak speelt ook de bijzondere procedurele kwestie van het door de betrokken belastingambtenaren ingestelde cassatieberoep tegen de beslissing omtrent hun verschoningsrecht.LEES VERDER

#091: Het feilbare geheugen

Het Strafblad besteedt in de editie van november 2014 uitgebreid aandacht aan het Internationale strafrecht bezien vanuit Nederlands perspectief. Echter is dit nummer van het Strafblad niet alleen interessant voor diegene die in het International strafrecht werkzaam zijn, maar eigenlijk voor elke jurist. In een artikel wordt de betrouwbaarheid van getuigen aan de kaak gesteld[1] en in een ander artikel de drie T’s die tot meer valide getuigenverklaringen zouden leiden[2]. In het (financieel) strafrecht wordt veelvuldig gebruik gemaakt van getuigen. Het is dus goed om te weten waar de zwaktes liggen van het menselijk geheugen en daarop in te spelen tijdens getuigenverhoren. Enkele aspecten uit deze twee artikelen zullen wij hier behandelen.

Een van de belangrijkste invloeden die effect heeft op het geheugen is tijd. Een inkoppertje misschien maar in het artikel over de drie T’s wordt verwezen naar een studie die wellicht kracht kan bijzetten aan een pleidooi dat een getuige door tijdsverloop geen betrouwbare verklaring heeft afgegeven. Immers blijkt uit deze studie dat mensen vaak hun eigen ervaringen van zes maanden geleden niet (eens) meer herinneren als zij deze teruglezen, maar ook vice versa.[3] In WIM zaken wordt het tijdsverloop ook als een belangrijke factor meegewogen ten aanzien van de betrouwbaarheid van een getuigenverklaring.[4]

Andere belangrijke factoren die van invloed zijn op het menselijk geheugen en dus getuigenverklaringen zijn interne processen en externe factoren. Het menselijk brein kan namelijk door over een gebeurtenis te praten of te lezen soms niet meer onderscheiden wat zelf is ervaren en wat hij/zij uit externe bronnen heeft vernomen. Hier zijn ook verschillende onderzoeken naar gedaan. Twee voorbeelden worden genoemd in het Strafblad.[5] Ook deze contaminerende factor die van invloed is op een verklaring wordt erkend in WIM zaken. In het strafblad wordt verwezen naar het volgende citaat[6]:

“De grenzen aan het menselijk waarnemingsvermogen en geheugen zijn evident. Door zowel interne processen als externe factoren wordt het geheugenspoor van de originele ervaring veranderd of aangevuld. Er kan sprake zijn van selectieve waarneming; integreren van later verkregen informatie; accepteren van gesuggereerde gebeurtenissen.”

Tot slot willen wij nog wijzen op omstandigheden waaronder een verhoor kan plaatsvinden en die van invloed kunnen zijn op de verklaring. Er is bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar het effect van langdurige verhoren. Tegen het einde van een lang verhoor wordt de informatie steeds minder valide, ook wel het output order effect genoemd.[7] Het komt niet zelden voor dat de FIOD op een indringende en uitputtende manier vragen aan getuigen stelt. De vraag is dus wat de waarde is van een dergelijk verhoor. Het is derhalve voor de verdediging van belang om of aanwezig te zijn bij een getuigenverhoor of nadien te verifiëren op welke wijze een verhoor heeft plaatsgevonden.

Hoe ga jij om met de feilbaarheid van het menselijk geheugen tijdens een getuigenverhoor? Merk jij dat de rechter in sommige situaties hier rekening mee houdt of worden naar jouw mening te vaak stukjes uit een getuigenverklaring geknipt om tot een bewezenverklaring te komen zonder dat bewijswaarde van een dergelijke verklaring in acht wordt genomen?

[1] Prof. Dr. A.L. Smeulers, Betrouwbaarheid van getuigenbewijs in WIM-zaken, Strafblad nov. 2014, p. 345 – 364.

[2] Dr. R. Horselenberg en A.W.E.A. de Zutter MPhil, Tijd, training en Tolk, Strafblad nov. 2014, p. 365 – 373.

[3] R. Hoselberg, H. Merckelbach, G. van Breukelen en I. Wessel, ‘Individual differences in the accuracy of autobiographical memory’, Clinical Psychology and Psychotherapy 11 (2004), p 168-176.

[4] Hof Den Haag, 7 juli 2011, ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0686, r.o. 9.1.

[5] F. Gabbert, A. Memon en D.B. Wright, ‘Memory conformity: Disentangling the steps toward influence during a discussion;, Psychonomic Bulletin & Review 13 (2006), p. 480-485; H.L. Roediger III, M. Meade en E. Bergman, ‘Social contagion of memory’, Psychonomic Bulletin & Review 8 (2001), p. 365 – 371.

[6] Rechtbank Den Haag, 23 maart 2009, ECLI:NL:RBSGR:BI2444.

[7] Zie bijv. H. Merkelbach, G. Zeles, S, van Bergen en T. Giesbrecht, ‘Trait dissociation and commission errors in memory reports of emotional’, American Journal of Psychology 120 (2007), p. 1-14.

Loading new posts...
No more posts