#350: Banken als verlengstuk van de politie?
De handhaving van de witwaswetgeving heeft schrik aangejaagd bij de banken. We brengen de ING schikking van september 2018 nog maar eens in herinnering. We schreven in Vaklunch #334 al over het effect van het aanpakken van de financiële instellingen en de angst die er leeft. Het effect is in ieder geval dat banken acteren onder de invloed van angst voor reputatieproblemen. Als klant van een bank kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Recent meldde het Financiële Dagblad dat de banken nog een stapje verder gaan en dat ABN Amro, ING, Rabobank en Volksbank recent een convenant hebben gesloten met het Openbaar Ministerie, de Nationale Politie, de FIOD en de Financiële inlichtingen eenheid om zo gezamenlijk op te treden als Serious Crime Taskforce. Worden de banken een verlengstuk van het opsporingsapparaat?
Het convenant is op 6 augustus 2019 gepubliceerd. De definitie van Serious Crime die deze taskforce helpt bestrijden is: “Zware georganiseerde criminaliteit waarvan een ondermijnende werking uitgaat op de samenleving. Meer in het bijzonder de criminaliteitsvormen, zoals de handel in en de productie van harddrugs, waarbij de omvangrijke criminele winsten en omzetten, waarvoor brokers de financiële sector misbruiken, leiden tot ondermijnende effecten. Dit betreft onder meer het verhullen en witwassen van crimineel vermogen en het faciliteren van betalingen voor extreem geweld en corruptie, zoals geduid in het Nationaal Inlichtingen Beeld Ondermijning (NIBO).”
In het convenant is beschreven dat een sleutelrol bij deze vormen van criminaliteit is weggelegd voor ‘brokers’. Het betreft volgens het convenant ‘een relatief kleine groep zeer invloedrijke personen die (contacten voor het verlenen van) criminele dienst aanbiedt aan andere criminelen. Daarnaast heeft de criminele industrie de legale bovenwereld nodig om criminele activiteiten te kunnen voortzetten via logistieke en financiële stelsels’. Het Financiële Dagblad concludeert hieruit dat de Serious Crime Taskforce zich gaat richten op fiscalisten, notarissen, accountants, advocaten en andere adviseurs die de miljarden van Nederlandse drugscriminelen witwassen.
Hoewel dit op zichzelf natuurlijk een goed streven is, roept dit convenant wel vragen op. Uit het convenant blijkt dat de partijen over en weer informatie met elkaar zullen delen. Dat betekent dat de overheid kennelijk persoonsgegevens – en gevoelige gegevens – aan de banken zullen verstrekken. Dit roept de nodige vragen op. Biedt de huidige wetgeving hiervoor voldoende basis? Wat gebeurt er vervolgens met deze informatie? Zal de bank die informatie ook voor andere doeleinden dan de uitvoering van dit convenant gebruiken? Is de vertrouwelijkheid van die informatie voldoende gewaarborgd? En wat is het effect voor de betrokkene als deze informatie onjuist blijkt te zijn?
De antwoorden op deze vragen zullen relevant zijn voor de ontvankelijkheid van eventuele vervolgingen die gebaseerd zijn op informatie die is voortgekomen uit deze taskforce, dan wel voor de bewijswaarde van informatie die is verkregen vanuit de taskforce. Het convenant rept met geen woord over de wijze van verbaliseren van de handelingen door de convenantspartijen. De verbaliseringsplicht van artikel 152 Sv zal echter onverminderd van kracht zijn. Onze verwachting is wel dat het in de praktijk zo zal zijn dat de bank een FIU melding doet, die mogelijk wordt onderzocht en tot een onderzoek/vervolging zal leiden. Hoe komen de verdediging en de rechter er dan achter of een onderzoek al dan niet is gestart op basis van dit convenant? Ons inziens zal het de transparantie en de mogelijkheid van controle op de uitvoering van dit convenant ten goede komen indien verplicht wordt gesteld dat banken melden dat een FIU melding voortvloeit uit deze Serious Crime Taskforce. Alleen op die manier wordt het voor de procespartijen mogelijk om het voorbereidend onderzoek goed te toetsen.
Ook komt de vraag op of dit convenant het sluitstuk is van de jacht op fraudeurs door de overheid, of dat het nog maar het begin is en dat vele andere branches zullen volgen. Wij houden de ontwikkelingen in ieder geval nauwlettend in de gaten.
Heb je vragen over het voorgaande of wil je hierover van gedachten wisselen? Neem dan contact op met boezelman@hertoghsadvocaten.nl of boer@hertoghsadvocaten.nl. Uiteraard is het ook mogelijk om over dit onderwerp te praten in een Vaklunch on demand bij jou op kantoor.
No Comments