#580: Sanctiewetgeving – hot and happening
Sancties zijn hot. Met de rommelende verhoudingen in het Midden-Oosten, alsook de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, staat de sanctiewetgeving momenteel in het brandpunt van de internationale politiek. De (politieke) roep om sancties effectief na te leven is blijkens de ontwikkelingen goed gehoord. Op nationaal niveau zien we verscheidene berichten terugkomen over handhaving en bestraffing van overtredingen van de sanctiewet.
Zo publiceerde de FIOD recent over een aanhouding van twee personen uit Ridderkerk op verdenking van het aankopen en invoeren van Russisch hout in strijd met de handelsbeperkingen, alsook het omzeilen van de sanctiewet door Russisch hout aan te kopen via Chinese leveranciers. Ook oordeelde rechtbank Gelderland onlangs dat een vennootschap die zaken deed met Rusland, mag worden ontbonden omdat daarin geen gelden meer aanwezig zijn en geen activiteiten worden verricht. Met de recente verhoudingen als drijvende kracht, onderstreept ook de Nederlandse regering de noodzaak voor gemoderniseerde kaders van sanctiewetgeving. Afgelopen vrijdag 7 juni verscheen de internetconsultatie wetsvoorstel internationale sanctiemaatregelen ter vervanging van de huidige Sanctiewet 1977. Wij gaan hierna in op een drietal concrete voorstellen.
De nadruk van de overheid voor betere naleving en handhaving vindt uitdrukking in het wetsvoorstel. Opvallend is bijvoorbeeld dat voorgesteld wordt een partieel duaal handhavingsstelsel in te richten, zodat sanctieschendingen óók bestuursrechtelijk kunnen worden aangepakt. Overtredingen van sanctiebepalingen zijn op dit moment strafbaar gesteld als economisch delict, dan wel als economisch misdrijf indien opzettelijk begaan. Gelet op het feit dat de inzet van het strafrecht geldt als ultimum remedium, is reden gezien om een grondslag te creëren voor de inzet van bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten. Ook bleek uit het rapport van de nationaal coördinator sanctienaleving dat bestuursrechtelijke handhaving van schendingen van sanctiemaatregelen middels bestuurlijke boetes of een last onder dwangsom een waardevolle aanvulling kan zijn op de bestaande strafrechtelijke handhaving. Hiermee wordt beoogd meer flexibiliteit te brengen in de handhaving van sanctieregels en het stelsel toekomstbestendig te maken. Naar onze mening een relevant voorstel gelet op de mogelijkheid de handhaving van overtredingen van de sanctiewetgeving efficiënter en effectiever te maken. Er is zo meer ruimte voor proportionaliteit en maatwerk.
Ook is een uitblinker in het wetsvoorstel de introductie van een centraal meldpunt sanctienaleving. Momenteel is het per type goed afhankelijk waar meldingen moeten worden gedaan. Met de inrichting van één centraal meldpunt wordt ervoor gezorgd dat melders gemakkelijker aan hun meldplicht kunnen voldoen via een uniform centraal meldformulier. Hiermee wordt een completer beeld gegeven van de bevroren tegoeden en economische middelen, die vervolgens ingezet kunnen worden voor een bestuursrechtelijke of strafrechtelijke procedure. Met een centraal meldpunt beoogt de overheid tevens een bijdrage te kunnen leveren aan sanctieontwikkeling, beleidsevaluatie en -analyse en sanctienaleving.
Een andere relevante wijziging in het wetsvoorstel betreft de uitbreiding van het huidige bestuursrechtelijke toezicht naar juridische beroepsgroepen. Dit betekent dat ook advocaten, notarissen, accountants en belastingadviseur onder het toezicht van de sanctiewetgeving worden geplaatst, zodat een deken en het Bureau Financieel Toezicht (hierna: BFT) hun bedrijfsvoering kunnen toetsen. Ook krijgen deze toezichthoudende autoriteiten de bevoegdheid nadere regels te stellen ten aanzien van de bedrijfsvoering ter naleving van de sanctiemaatregelen. Hierbij kan gedacht worden aan het opstellen van beleid en procedures en het screenen van cliënten. Tot slot wordt met het wetsvoorstel voorzien in het doorbreken van de geheimhoudingsplicht tussen de juridische beroepsgroepen en hun toezichthouders. Hierbij gaat het om informatie over bedrijven en de beoordelingen van hun bedrijfsvoering en processen. Een vergelijking met de handhavingsinstrumenten rondom de Wwft is snel gemaakt. Wij houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.
De overheid heeft blijkens de innoverende voorstellen zicht op de urgentie de verouderde Sanctiewet 1977 te onderwerpen aan modernisering. Belanghebbenden kunnen tot en met 9 augustus 2024 meedenken over het wetsvoorstel. Tot die tijd is de huidige versie van de wet van ‘gewoon’ van kracht en zijn de opsporingsinstanties zeer actief bij de handhaving ervan.
Heb je vragen over de huidige en toekomstige handhaving van sanctiewetgeving of wil je hierover van gedachten wisselen met ons? Neem dan contact op via vaklunch@hertoghsadvocaten.nl.
No Comments